Oerromantisch: veel leed, onbegrepen worden, liefdesverdriet (drank)
Niet onomstreden: populair, plat, gemakkelijk
Dus: begrijpelijk
Vaak in rouwadvertenties
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht
Schrijf op wat je allemaal opvalt aan de gedichten van Rawie en Perquin. Denk daarbij aan alle theorie die we tot nu toe gehad hebben ( rijmschema’s, strofevormen, interpretatie, beeldspraak, stijlfiguren)
Overleg zachtjes
We bespreken ze daarna samen
timer
15:00
Slide 4 - Tekstslide
Sterfbed
Sonnet, jambisch
abba baab cdd cdc
a, d, ij etc. assonantie, maat gemeten etc. alliteratie
gezeten-zoals = enjambement
Eerste twee strofen: situatie. Zit aan sterfbed van vader.
Dan de wending: veralgemeniseert het geven: geschiedenis herhaalt zich. Tragisch is dat hij vaak niet in staat is geweest duidelijk te maken dat hij van de ander hield (en wij ook)
Slide 5 - Tekstslide
Sterfbed
botten door zijn huid/omhulsel steken = metafoor (stervende)
eeuwen oud, eeuwig in gebreke = hyperbool
hetzelfde pad volgen = metafoor (levensweg)
Thema= afscheid nemen van geliefde
Slide 6 - Tekstslide
Dick Bruna
Drie kwatrijnen, 2e en 4e regel rijmen steeds
Hoofden = metonymia
Boek opgeslagen = metafoor (velen kennen de verhalen)
De hele wereld in een blik = metafoor (als je ernaar kijkt zie je meteen veel herkenbare dingen)
Groot-klein = tegenstelling/paradox
Slide 7 - Tekstslide
Dick Bruna
Gaat over het overlijden van Dick Bruna, de schrijver van Nijntje die voor iedereen herkenbaar is. Voor iedereen lezen begrijpelijker maakte.
Ode aan hem en vaarwel.
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht
Blader door je werkboek. Maak je theorieoverzicht af: groepeer schrijvers en stromingen, kenmerken.
Geef (eigen) voorbeelden (of uit de gedichten!) van de begrippen.