§ 2.3 De betalingsbalans

§ 2.3 De betalingsbalans

Wat staat er op de betalingsbalans?


Kernwoorden:

- geldstromen

- evenwicht

- handelsoverschot

- toe- / afname valutareserves 


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§ 2.3 De betalingsbalans

Wat staat er op de betalingsbalans?


Kernwoorden:

- geldstromen

- evenwicht

- handelsoverschot

- toe- / afname valutareserves 


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Geldstromen

Op de betalingsbalans staan alle geldstromen met het buitenland.


Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld

Stel import 100 mld. Er gaat dus 100 miljard het land uit.
Stel export 150 mld. Er komt dus 150 miljard het land in.


Is er per saldo meer geld in of uit gegaan?

................................................................................................ 


Dus, financiële reserves (valuta) nemen per saldo .............. .

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld

Stel import 100 mld. Er gaat dus 100 miljard het land uit.
Stel export 150 mld. Er komt dus 150 miljard het land in.

Is er per saldo meer geld in of uit gegaan?

50 – 100 = 50 miljard meer ingekomen (overschot lopende rekening)
Dus, financiële reserves (valuta) nemen per saldo toe.

Slide 6 - Tekstslide


Slide 7 - Tekstslide

Indeling betalingsbalans
De betalingsbalans bestaat (in eerste instantie) uit twee onderdelen: lopende rekening en kapitaal (financiële) rekening.
De lopende rekening bestaat vervolgens weer uit vier onderdelen: goederenrekening (handelsbalans), dienstenrekening, inkomensrekening en inkomensoverdrachtenrekening

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Saldo 1 t/m 4: Saldo lopende rekening. De bedragen op de lopende rekening hebben direct invloed op de hoogte van het nationaal inkomen. 
Een overschot op de lopende rekening (de ontvangsten overtreffen de uitgaven) heeft een positieve invloed op de hoogte van het nationaal inkomen. 
Een tekort op de lopende rekening (de uitgaven overtreffen de ontvangsten) heeft een negatieve invloed op de hoogte van het nationaal inkomen.

Slide 11 - Tekstslide

Het kapitaalverkeer (5) heeft geen directe invloed op de hoogte van het nationaal inkomen (kapitaalstromen staan op de kapitaalrekening).
De opbrengsten van investeringen en beleggingen hebben wel invloed op de hoogte van het nationaal inkomen (kapitaalopbrengsten staan op de inkomensrekening en die maakt deel uit van de lopende rekening). 

Saldo 1 t/m 5: Saldo betalingsbalans. Met dit bedrag nemen de officiële reserves toe of af.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video