Les 3 - Onderwerp - PVK

Nederlands
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht
Schrijf zoveel mogelijk werkwoorden op het wisbordje
Je hebt 2 minuten de tijd 
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Post-it!
Kies SAMEN de 3 leukste, mooiste, grappigste werkwoorden uit.
Schrijf ze op de post-it.
Hang de post-it op het bord. 
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Grammatica

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Schrijf het werkwoordelijk gezegde van de volgende zinnen op.

1. Persoonsvorm
2. Alle andere werkwoorden in de zin

Slide 5 - Tekstslide

Vorige week kwam tante Khadija bij ons.

Slide 6 - Open vraag

Ze had een leuke verrassing meegenomen.

Slide 7 - Open vraag

Voor een voorstelling heeft ze kaarten gekocht.

Slide 8 - Open vraag

Voor een voorstelling heeft ze kaarten gekocht.

Slide 9 - Open vraag

Tante Khadija had geweldige plaatsen voor ons gereserveerd.

Slide 10 - Open vraag

Doel van de les

Ik kan het onderwerp in de zin vinden.

Slide 11 - Tekstslide

Onderwerp

Slide 12 - Woordweb

Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
persoonsvorm en alle andere werkwoorden in de zin.

Onderwerp
Dit is wie of wat iets doet.

Onderwerp vinden
Wie (of wat) + werkwoordelijk gezegde. 


Slide 13 - Tekstslide

Stappenplan
1. Zoek de persoonsvorm (en onderstreep hem).
2. Zoek de andere werkwoorden (en onderstreep ze).
Nu heb je het werkwoordelijk gezegde.
3. Vraag: Wie of wat + werkwoordelijk gezegde?

Morgen ga ik een hele dag fietsen.
Wie (/wat) ga(at) fietsen? ik

Slide 14 - Tekstslide

Instructie
Hij vergat zijn huiswerk te leren. 
Ze gaat morgen fietsen met haar moeder.

WIJ
Ik wil niet naar school.
De taart is al opgegeten.
Wij kunnen morgen naar het zwembad gaan.



Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Kies het onderwerp.

Slide 16 - Tekstslide

Ga jij morgen zelf koken?
A
Ga
B
koken
C
morgen
D
jij

Slide 17 - Quizvraag

Hij haalt een patatje bij de snackbar.
A
haalt
B
een patatje
C
Hij
D
de snackbar

Slide 18 - Quizvraag

Geef jij de trui aan mijn moeder?
A
jij
B
mijn moeder
C
de trui
D
Geef

Slide 19 - Quizvraag

Ik heb jou een kaart gestuurd.
A
jou
B
heb gestuurd
C
een kaart
D
Ik

Slide 20 - Quizvraag

Zij mag vanavond laat opblijven.

Slide 21 - Open vraag

Morgen vertelt hij mij het nieuws.

Slide 22 - Open vraag

Wij hebben een nieuwe hond gekocht.

Slide 23 - Open vraag

Evi moet bij haar kleine broertje blijven.

Slide 24 - Open vraag

Denken, delen, uitwisselen

Slide 25 - Tekstslide

Evi moet bij haar kleine broertje blijven.

Slide 26 - Tekstslide

Luuk is niet geïnteresseerd in voetbal.

Slide 27 - Tekstslide

Simon wijst boos naar de telefoon van Sophie.

Slide 28 - Tekstslide

De meisje hebben Henk bloemen gegeven.

Slide 29 - Tekstslide

Ik hoor de klok in de woonkamer tikken.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Evalueren

Ik kan het onderwerp in de zin vinden.

Slide 32 - Tekstslide

Afsluiting
Exit-ticket invullen

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide