In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Bij de Tijd
De Grote Geschiedenisquiz
Slide 1 - Tekstslide
De tijd van jagers en boeren Wat is de andere naam voor deze periode?
A
Tijd van Grieken en Romeinen
B
Tijd van de hunebedbouwers
C
Prehistorie
D
Jager-verzamelaars
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn twee juiste gevolgen van de landbouwrevolutie?
A
Mensen gingen een nomadisch bestaan leiden
B
Mensen gingen op vaste plaatsen wonen.
C
Mensen wonen dichter op dieren; zo ontstonden nieuwe ziektes
D
Mensen stopten compleet met jagen.
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn de kenmerken van een landbouw-stedelijke samenleving, zoals die ontstond bij de oude Grieken en Romeinen?
A
Meerderheid woont in steden en doet aan landbouw.
B
Meerderheid wonen op platteland en doet aan handel & nijverheid
C
Minderheid woont in steden, meesten doen aan handel & nijverheid
D
Meerderheid woont op platteland, minderheid doet aan handel & nijverheid
Slide 4 - Quizvraag
2: Tijd van Grieken en Romeinen 2: Wat is geen gezamenlijk kenmerk van de Grieks-Romeinse cultuur?
A
B
C
D
Slide 5 - Quizvraag
Het oude Griekenland was geen politieke eenheid. Welk begrip geeft daar GEEN verklaring voor?
A
Landschap
B
Poleis (meervoud van polis)
C
Verschillende talen en culturen
D
Zeeën
Slide 6 - Quizvraag
De Romeinen bouwden langs de grens van hun rijk verdedigingswerken, zoals hiernaast. Wat gebruiken de Romeinen NIET om hun rijk te verdedigen?
A
Het toestaan van meerdere geloven binnen het Romeinse rijk.
B
Gebruik maken van natuurlijke grenzen, zoals rivieren.
C
Forten met daarbij een legerkamp voor soldaten die de grens bewaken.
D
Het sluiten van bondgenootschappen met stammen in het grensgebied
Slide 7 - Quizvraag
Van wanneer tot wanneer duurt de tijd van monniken en ridders en van welke periode is het een onderdeel?
A
500 - 1000, Middeleeuwen
B
500 - 1500, Oudheid
C
3500 v.C. - 500,
Middeleeuwen
D
500 - 1000, Oudheid
Slide 8 - Quizvraag
De verspreiding van welke godsdienst zie je op de kaart hiernaast?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Islam
D
Boeddhisme
Slide 9 - Quizvraag
3: De standensamenleving in de Middeleeuwen was opgedeeld in 3 standen. Sleep de juiste stand naar de bijbehorende afbeelding.
Geestelijkheid
Boeren
Adel
Slide 10 - Sleepvraag
Welke standen bestonden er in de middeleeuwen?
A
Heer - leenheer - horige
B
Vorst - geestelijkheid - horigen
C
Adel - geestelijkheid - boeren
D
Adel - boeren - horigen
Slide 11 - Quizvraag
In tijdvak 4 ontstaan er weer steden. Hieronder staan 4 oorzaken, zet die in de juiste volgorde. A: Er ontstaat een overschot aan voedsel B: Mensen blijven wonen bij markten; zo ontstaan steden C: Nieuwe uitvindingen en meer landbouwgrond D: Rondreizende handelaren kopen voedsel van boeren.
A
C - A - D - B
B
A - D - C - B
C
C - B - A - D
D
D - C - B - A
Slide 12 - Quizvraag
Vanaf ongeveer 1500 zijn gaan Europeanen op ontdekkingsreis en vestigen zich in andere werelddelen. Hoe noemen we die uitbreiding van Europese activiteiten buiten Europa?
A
Europese emigratie
B
Europese expansie
C
Europese revolutie
D
Europese reconquista
Slide 13 - Quizvraag
Na de 80-jarige oorlog ontstond een onafhankelijk land; Nederland. Wat is geen oorzaak (direct of indirect) van de Nederlandse Opstand?
A
De Beeldenstorm
B
Hoge belastingen
C
Minder invloed van Nederlandse edelen in het bestuur
D
Vervolging van katholieken
Slide 14 - Quizvraag
Hoe werd de 17e eeuw in Nederland genoemd?
A
Gouden Eeuw
B
Zilveren Eeuw
C
Den Grooten Magtsperioode
D
De Tachtigjarige oorlog
Slide 15 - Quizvraag
Tijd van pruiken en revoluties In welke van de onderstaande landen is er geen revolutie geweest in dit tijdvak?
A
Frankrijk
B
Nederland
C
Verenigde Staten
D
Rusland
Slide 16 - Quizvraag
Welke van de onderstaande personen was (de meest uitgesproken) tegenstander van de Franse Revolutie?
A
Lodewijk Napoleon
B
Napoleon Bonaparte
C
Lodewijk XVI
D
Koning George II
Slide 17 - Quizvraag
In welke volgorde van oud naar nieuw vonden de onderstaande revoluties plaats?
A
Amerikaanse, Bataafse en Franse Revolutie
B
Bataafse, Amerikaanse en Franse Revolutie
C
Franse, Bataafse, en Amerikaanse Revolutie
D
Amerikaanse, Franse en Bataafse Revolutie
Slide 18 - Quizvraag
In Nederland werd in de 19e eeuw een grondwet geschreven, die nog steeds in werking is. Maar wanneer, door wie EN in wiens opdracht werd die geschreven?