GS 4T H1 par 1.3

Koning en Parlement
1.3 Het parlement wordt echt de baas in Nederland.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Koning en Parlement
1.3 Het parlement wordt echt de baas in Nederland.

Slide 1 - Tekstslide

Om er even in te komen...

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer werd Nederland een monarchie?
A
1813
B
1814
C
1815
D
1816

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer werden Nederland, België en Luxemburg samengevoegd?
A
1813
B
1814
C
1815
D
1816

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer kreeg Nederland zijn eerste grondwet?
A
1813
B
1815
C
1830
D
1848

Slide 5 - Quizvraag

Wie koos in 1815 de Eerste Kamer?
A
De koning
B
De Tweede Kamer
C
De provincies
D
het volk

Slide 6 - Quizvraag

Wie koos in 1815 de Tweede Kamer?
A
De koning
B
de Eerste Kamer
C
De provincies
D
het volk

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer kwamen de Belgen in opstand?
A
1830
B
1839
C
1848
D
1850

Slide 8 - Quizvraag

Wie geeft Thorbecke de opdracht om een nieuwe grondwet te maken?
A
koning Willem I
B
koning Willem II
C
koning Willem III
D
koning Willem IV

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer wordt de grondwet gewijzigd?
A
1815
B
1830
C
1839
D
1848

Slide 10 - Quizvraag

Wat krijgt koning in de nieuwe grondwet
A
ministeriele verantwoordelijkheid
B
onschendbaarheid
C
grondrechten

Slide 11 - Quizvraag

Wie kiest de Eerste Kamer vanaf 1848
A
de koning
B
de Tweede Kamerleden
C
De leden van Provinciale Staten
D
Burgers

Slide 12 - Quizvraag

Wie kiest de Tweede Kamer vanaf 1848?
A
de koning
B
de ministers
C
de Provinciale Statenleden
D
Burgers

Slide 13 - Quizvraag

1.3 Het parlement wordt echt de baas in Nederland.

Slide 14 - Tekstslide

De grondwet van 1848 maakte van Nederland een parlementaire democratie.


Het parlement kon door ministeriële verantwoordelijkheid de regering controleren.


Het duurde een tijd voordat, de nieuwe koning,     Willem III wilde accepteren dat het parlement ook echt de baas was.

Slide 15 - Tekstslide

Dat gebeurde pas door de Luxemburgse kwestie (1866-1867).

- Willem III wil Luxemburg verkopen zonder toestemming van parlement
- Parlement kan Koning niet wegsturen (onschendbaarheid) maar wel de ministers.
- De ministers weigeren en de koning ontbindt het parlement.
- Er komt een nieuw parlement, maar die is steeds tegen het plan.
- De ministers moeten nu wel aftreden
- De koning moet accepteren dat het parlement echt de baas is in Nederland


Slide 16 - Tekstslide

Geef het bijpassende begrip!
Een land zonder koning.

Slide 17 - Open vraag

Hoe heette de eerste koning van 'het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden'

Slide 18 - Open vraag

Geef het bijpassende begrip.
Een document waarin de grondrechten van alle burgers en de regels over het bestuur staan.

Slide 19 - Open vraag

Geef het bijpassende begrip.
De macht van de koning is vastgelegd in een grondwet.

Slide 20 - Open vraag

Wat gebeurt er in 1830?

Slide 21 - Open vraag

Wie was de leider van de liberalen?

Slide 22 - Open vraag

Als de koning niet verantwoordelijk kan worden gehouden, is hij...

Slide 23 - Open vraag

Wanneer werd de ministeriële verantwoordelijkheid ingevoerd?

Slide 24 - Open vraag

Door welke gebeurtenis werd duidelijk dat het parlement de macht had?

Slide 25 - Open vraag