Beeldspraak 2V

Lesdoelen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Beeldspraak

Wie weet wat een vergelijking is? 
Geef eens een voorbeeld? 

Idem voor metafoor, metonymie en personificatie 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldspraak 

Vergelijking
Metafoor
Personificatie 
Metonymie 

Slide 4 - Tekstslide

Beeldspraak

Wie weet wat een vergelijking is? 
Geef eens een voorbeeld? 

Idem voor metafoor, metonymie en personificatie 
Soorten beeldspraak
Vergelijking           Zo rood als een tomaat
Metafoor                  Die tomaat heeft hard gesport
Personificatie       De bomen fluisteren zachtjes haar naam
Metonymie             Ik kocht een enkele reis 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijking
Dit is een vorm van beeldspraak waarbij twee dingen expliciet met elkaar worden vergeleken door middel van een verbindingswoord, zoals als, zoals, gelijk, van of lijken op.

Voorbeelden
Hij is zo sterk als een beer. 
Haar stem klinkt als een nachtegaal. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metafoor
Dit is een vorm van beeldspraak waarbij een vergelijking wordt gemaakt zonder een expliciet verbindingswoord (als, zoals, gelijk). In plaats daarvan wordt het ene direct in de plaats van het andere gezet. Het beeld en het bedoelde worden dus aan elkaar gelijkgesteld.

Voorbeelden 
De tijd vliegt. (In plaats van: de tijd gaat snel, als een vogel die vliegt)
Hij is een boom van een vent. (I.p.v.: Hij is zo groot als een boom)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personificatie
Dit is een vorm van beeldspraak waarbij een niet-menselijk iets (een voorwerp, dier of abstract begrip) menselijke eigenschappen of gevoelens krijgt.

Voorbeelden:
De wind fluistert door de bomen. 
(De wind krijgt de menselijke eigenschap ‘fluisteren’.)
De tv houdt ons in zijn greep. (De tv krijgt de menselijke eigenschap 'vastgrijpen') 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metonymie
Dit is een vorm van beeldspraak waarbij je iets benoemt met een woord dat er inhoudelijk mee verbonden is, zonder expliciet een vergelijking te maken. In tegenstelling tot een metafoor blijft de relatie tussen het beeld en het bedoelde concreet en logisch.

Voorbeelden
Er hangt een echte Van Gogh in zijn kamer. (=een schilderij van Van Gogh)
Den Haag heeft besloten de regels aan te scherpen. (Den Haag=de regering) 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke beeldspraak wordt hier gebruikt?

"Hij is zo sterk als een beer."
A
Metafoor
B
Vergelijking
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Zo traag als een slak."
A
Metafoor
B
Vergelijking
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"De wind fluistert door de bomen."
A
Metafoor
B
Vergelijking
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Hij heeft een hart van steen."
A
Metafoor
B
Vergelijking
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"De zon lacht vriendelijk naar mij."
A
Metafoor
B
Vergelijking
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Het Witte Huis zwijgt over het schandaal."
A
Metafoor
B
Vergelijking
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies