b Zij moeder zal geschokt zijn omdat zij concludeerde dat dat Odysseus dood was omdat hij in de onderwereld verschenen is.
c Hij dacht nog vaak aan haar, dus ze was nog aan haar uiterlijk herkenbaar.
d Hij heeft geofferd met het bloed van een offerdier waardoor het mogelijk was met de schimmen te spreken.
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 17 ab
a Titel ὁ Ἀχέρων, -οντος
r.9 ὁ Χάρων, Χάρωνος
r.10 ὁ νεκρός
r.11 διαβαίνω
r.21 ἡ ἔξοδος
r.26 ἡ ὁδός
b Eigen verwerking.
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 17c
c r. 7 Ταρτάρου
r.8 Ἀχέροντα
r.9 Χάρων
r.13 Κερβέρῳr.17 Ἃιδης
Slide 10 - Tekstslide
Hulpboek blz. 112
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Hulpboek blz. 113
Erga 7, 8 en 9.
timer
20:00
Slide 26 - Tekstslide
Ergon 7
4 B Omdat de moeder haar kinderen verlaat, doet zij de goden verdriet.
Uitleg: het ptc λείπουσα is nom ev v en congrueert met ἡ μήτηρ
5 A De filosoof bewondert Thales omdat die naar de hemel kijkt.
Uitleg: het ptc σκοποῦντα is acc ev m en congrueert met τὸν Θαλῆν.
6 C De mensen vereren de goden omdat die de wereld besturen.
Uitleg: het ptc ἄρχοντας is acc mv m en congrueert met τοὺς θεοὺς.
Slide 27 - Tekstslide
Ergon 8
4 B Omdat de moeder haar kinderen verlaat, doet zij de goden verdriet.
Uitleg: het ptc λείπουσα is nom ev v en congrueert met ἡ μήτηρ
5 A De filosoof bewondert Thales omdat die naar de hemel kijkt.
Uitleg: het ptc σκοποῦντα is acc ev m en congrueert met τὸν Θαλῆν.
6 C De mensen vereren de goden omdat die de wereld besturen.
Uitleg: het ptc ἄρχοντας is acc mv m en congrueert met τοὺς θεοὺς.
Slide 28 - Tekstslide
Ergon 9
α Omdat het lidwoord herhaald wordt is zin 2 een bijvoeglijk gebruikt ptc dus de combinatie is 1A en 2B.
β Uitleg: 1B en 2A, want het ptc congrueert in zin 1 met het onderwerp (van de persoonsvorm): jullie dus, want ‘jullie moeten ons helpen’. En in de tweede zin congrueert het ptc met de ‘ons’ (in de dativus): jullie moeten ons, vrienden zijnde-omdat wij vrienden zijn, helpen.