In deze les zitten 47 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Wat doen we vandaag?
Vragen grammatica
Herhaling grammatica
Bespreken Ergon 14
Bespreken opdracht 25, 26, 28, 30.
H. 29
Slide 1 - Tekstslide
Vragen Grammatica?
Slide 2 - Open vraag
Geen vragen (meer)?
Maak maar twee rijtjes....
Slide 3 - Tekstslide
Hulpboek blz. 114
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Hulpboek blz. 115
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Hulpboek blz. 116
Maak Ergon 14.
Slide 31 - Tekstslide
Ergon 14
1 degenen/zij die de weg richting de haven bewaken
2 hij die veel gasten in huis heeft
3 de dingen die het volk boos maken
Slide 32 - Tekstslide
Straf
Tekstboek blz. 108 Hulpboek blz. 30,
Opdracht 25, 26, 28, 30
Slide 33 - Tekstslide
Opdracht 24
Sisyphos: probeerde de dood te ontwijken
Ixion: hij had een familielid vermoord en misbruikte Zeus’ vergiffenis om te proberen Hera te versieren
Danaïden: zij waren schuldig aan moord op hun echtgenoten
Slide 34 - Tekstslide
Opdracht 26
Zie nakijkblad.
Slide 35 - Tekstslide
Opdracht 28
a De goden hadden door wat Tantalos had gedaan, zij zijn alwetend. Zij wisten dat zij mensenvlees kregen voorgezet.
b r. 18 ἅτε τοῦ τῆς θυγατρὸς πόθου ὀξέος ὄντος
Slide 36 - Tekstslide
Opdracht 30
➢ Eigen verwerking.
Slide 37 - Tekstslide
Begrafenis
Lees Tekstboek blz. 110 Maak Hulpboek blz. 32,
Opdracht 31 t/m 33
timer
10:00
Slide 38 - Tekstslide
Opdracht 31
De schim van een niet op de juiste manier begraven dode kon de onderwereld niet in en bleef hangen op de oever van de Acheron; bovendien kwam hij dan spoken bij de nabestaanden.
Slide 39 - Tekstslide
Opdracht 32
a στήλη: de grafsteen
b ἐκφορά: rouwstoet om de dode weg te brengen
c πρόθεσις (het opbaren van de dode en het rouwen
d περίδειπνον (maaltijd met de dode als gastheer
Slide 40 - Tekstslide
Opdracht 33
A: περίδειπνον (de dode ligt aan, er is bezoek aanwezig en een tafeltje met servies)
B: ἐκφορά (klaagvrouwen trekken zich de haren uit)
C: πρόθεσις of ἐκφορά (bezoek knielt voor de overledene en rouwt/of de begrafenisstoet)
D: στήλη (de overledene is afgebeeld op de grafsteen in de kracht van haar leven)
Slide 41 - Tekstslide
Aan het werk.
Leer de grammatica t/m 28
Leer de woordjes t/m 29
Lees Tekstboek blz. 111
Maak Hulpboek blz. 32, opdr. 34 t/m 37.
Dit is ook huiswerk.
Slide 42 - Tekstslide
Opdracht 34
a Er is een spook van een niet juist begraven dode in het huis aanwezig dat mensen bang maakt.
b Eigen verwerking.
c ➢ In Athene
➢ Een oude man
➢ Lange haren; schitterende ogen; geketend
➢ De filosoof Athenodoros
➢ ja
Slide 43 - Tekstslide
Opdracht 35
a 1: terwijl hij brieven schreef (het is geen ptc aor, maar een ptc prs)
2: terwijl het steeds sterkere geluid naderde (het is geen hoofdzin, maar een gen.abs)
3: naast de zittende Athenodoros (het ptc staat in de dativus en congrueert dus niet met het zijn
4: boeien rammelend (κροτοῦν is geen persoonsvorm, maar een ptc dat congrueert met εἴδολον)
b r. 16 προσέχων
Slide 44 - Tekstslide
Opdracht 36
a Athenodoros vraagt wat het spook wil.
b Het spook geeft geen antwoord maar wenkt met zijn vinger dat hij mee moet komen.
c De binnenhof van het huis.
d Hij markeert de plek die het spook aanwijst met een hoopje bladeren zodat hij die terug kan vinden wanneer het ligt geworden is.
Slide 45 - Tekstslide
Opdracht 36
e Wanneer het licht geworden is.
f Hij graaft het skelet op van een dode man en begraaft de overblijfselen op de juiste manier.
g ‘Wie niet begraven was, kon immers de onderwereld niet in.’
Slide 46 - Tekstslide
Opdracht 37
Regel 18 t/m 21: Τέλος δὲ παρῆν τὸ εἴδωλον παρὰ τῷ Ἀθηνοδώρῳ καθίζοντι, κροτοῦν τοὺς δεσμοὺς ὑπὲρ τῆς κεφαλῆς αὐτοῦ.