4. Als je zelfstandig aan de slag gaat, werk je in principe in stilte. Als je een vraag hebt, overleg je eerst fluisterend met je buurman of buurvrouw. Kom je er niet uit, kijk dan of je docent beschikbaar is.
5. Klaar met alle opdrachten? Kijk ze zelfstandig na. Nakijkboekjes liggen voorin. Laat eerst even je werk aan je docent zien.
6. Helemaal klaar? Lees in je boek voor de boektoets.