In deze les zitten 52 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.
Dit jaar: 4 boeken lezen, 1 keer een kort verhaal (met bijbehorende opdrachten waar je een apart cijfer voor krijgt)
Welke boeken zijn toegestaan (Noteer in je agenda!)
Niveau C/D uit de mediatheek óf lezenvoordelijst.nl vanaf niveau 3 (12-15 jaar). Dit jaar: twee keer Nederlandse schrijver, twee keer vertaald. Bij twijfel, vraag het na bij mij!
Waarom werkwoordspelling?
Het eerste filmpje wordt vertoond tijdens de les.
Je mag hem uiteraard thuis nog een keer kijken.
Bekijk hoeveel procent je goed hebt: deze opdrachten maak je
Vanaf donderdag heb je elke les je leesboek bij je!
- Kijk je opdrachten van werkwoordspelling na met het antwoordenboekje of met deze lessonup.
- Maak de test over met of zonder -n in Socrative
- Klaar? Doe je laptop dicht en je boek open. Maak de opdrachten die bij je score horen.
- Klaar? Pak je leesboek.
- Huiswerk volgende les: instructiefilmpje over trema en apostrof
Opdracht 1
1 slechthorenden
2 wijzen
3 Sommigen
4 gevangenen
5 velen
Opdracht 2
1 enkele
2 enkele
3 beiden
4 beide
5 enigen
6 enige
7 sommige
8 weinigen
9 Velen, weinigen
10 alle
11 enkelen
12 Sommige, andere
13 meeste
14 laatsten
15 sommige
16 alle
Opdracht 3
1 aanwezigen
2 kleinste
3 zoute
4 ouderen, jongeren
5 rijke, arme
6 mijne
7 Beminde, geliefde, dierbaren, beminden
8 goeden, kwaden
9 beste
10 gehandicapten, blinde / blinden, dove / doven
11 beste, goedkoopste
12 bejaarde, jeugdige
13 daklozen
14 alle, gevaarlijkste
15 allergrootsten
16 besten
Opdracht 4
1 Bij zin a is de maaltijd alleen voor de arme stedelingen, bij zin b ook voor andere arme mensen (die niet uit de stad komen).
Bij zin c genieten alleen de andere schrijvers van het cabaret, bij zin d genieten andere mensen (waaronder ook schrijvers, maar niet alleen schrijvers) van het cabaret.
2 De ruiter is een mens en daarom zou je ‘beiden’ willen gebruiken, maar het paard is een dier en dan is ‘beide’ correct. Het is overigens in dit geval ‘beiden’.
Opdrachten nakijken
Socrative test (ASLHETSTREEK)
M. opdrachten: zie schema
- Nakijken laatste opdrachten spelling
- Herhalen spelling (1): maak de socrativetest over werkwoordspelling en met en zonder -n: ASLHETSTREEK. Let op: gebruik een komma tussen twee werkwoorden: werkt, moet
- Minder dan 60% goed? Bestudeer de theorie nogmaals in deze LessonUp en maak dan de test opnieuw.
- Tijd over? Pak je leesboek
- Herhalen spelling (2). Maak de socrative-test over de volgende onderdelen:
* schrijfwijze van getallen
* trema en apostrof
* leestekens
- Minder dan 60% goed? Bestudeer de theorie nogmaals in deze LessonUp en maak dan de test opnieuw.
- Tijd over? Pak je leesboek