cardio deel 2 hypertensie

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
CardiologieHoger onderwijs

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke 2 grote factoren bepalen de bloeddruk?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Een hoge hematocrietwaarde verhoogt de perifere weerstand en de bloeddruk stijgt
A
juist
B
fout

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide

Bij een verhoogde preload vermindert het hartminuutvolume en de bloeddruk daalt
A
juist
B
fout

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

bij een verhoogde bloeddruk wordt de parasympaticus actief. De chronotropie en inotropie neemt toe en de bloeddruk daalt
A
juist
B
fout

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

De bloeddruk zal dalen als we Ca+- antagonisten toedienen
A
juist
B
fout

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

Angiotensine II beïnvloedt rechtstreeks de perifere weerstand en onrechtstreeks het hartminuutvolume
A
juist
B
fout

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Tekstslide