In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Terugblik vorige les
1.2 Elektrische energie vervoeren
1.2 Elektrische energie vervoeren
Slide 1 - Tekstslide
Hoe wordt elektriciteit opgewekt?
Slide 2 - Tekstslide
Antwoord: Door een permanente magneet door een spoel te bewegen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Tekst
De elektriciteitscentrale
Slide 5 - Tekstslide
Dynamo
Ronddraaiende magneet
Kern van weekijzer
Spoel
Slide 6 - Tekstslide
1.2 Elektrische energie vervoeren
Slide 7 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen waarom er verschillende spanningen worden gebruikt op het elektriciteitsnet
Je kunt uitleggen hoe een transformator werkt
Je kunt berekeningen doen omtrent transformatoren
Slide 8 - Tekstslide
Als stroom door een kabel loopt, wordt een deel van de elektrische energie omgezet in warmte.
Gevolg: energieverlies...
Vooral een probleem over lange afstanden...
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de spanning van de elektriciteit die thuis uit het stopcontact komt (in Volt)?
Slide 12 - Open vraag
Effectieve spanning van het lichtnet
Elektriciteit uit het stopcontact: wisselspanning met een frequentie van 50 Hz
Dit is gelijk aan een
gelijkspanning van
230 V.
Slide 13 - Tekstslide
Maakt het voor een apparaat uit of het op een wisselspanning of op een gelijkspanning werkt?
A
Ja
B
Nee
C
Ligt aan het apparaat
Slide 14 - Quizvraag
Kunnen alle apparaten thuis werken op de spanning van 230 V?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Een probleem...
Oplossing: Een transformator brengt de spanning verder omlaag.
Maar hoe werkt een transformator nou eigenlijk??
Slide 16 - Tekstslide
DEMO: Werking van een transformator
Slide 17 - Tekstslide
Belangrijk om op te merken
De twee spoelen zijn geïsoleerd en er gaat dus geen stroom via het ijzer van de eerste naar de tweede spoel! De energie wordt overgegeven via de magnetische velden.
Slide 18 - Tekstslide
Omhoog en omlaag transformeren
Met een transformator kan je de spanning zowel omhoog als omlaag transformeren
Hoe de spanning verandert, hangt af vaan het aantal windingen van de twee spoelen
U = spanning in volt (V)
N = het aantal windingen van de spoel
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Maken opgave 4 (blz. 27)
Klaar? --> opgave 5
Klaar? --> opgave 1
Slide 21 - Tekstslide
De ideale transformator
Weinig energieverlies
In berekeningen kun je vaak het energieverlies verwaarlozen
Het opgenomen vermogen van de eerste spoel is dus gelijk aan het afgestane vermogen van de tweede spoel