Aan het einde van de les kun je:
- De namen van alkanen en alkenen en de bijbehorende structuurformules benoemen.
- Aan de hand van een molecuulformule of naam een structuurformule tekenen.
- Aan de hand van een structuurformule een naam of molecuulformule geven.
- Eventuele isomeren weergeven aan de hand van een structuurformule of naam.
- De karakteristieke groepen -OH, -COOH, -F, -Cl, -Br, -I en -NH2 onthouden en deze herkennen in een structuurformule.
- Koolwaterstoffen met een karakteristieke groepen een systematische naam geven.