Spelling - tussen -e

WELKOM 

bij Nederlands 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM 

bij Nederlands 

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
  • uitleg periode A
  • herhalen tussen -s
  • uitleg tussen -e
  • opdrachten 
  • (boeken)

Slide 2 - Tekstslide

Periode A

  • Spelling: vrijdag 8 november

  • Betoog: donderdag 14 november

Slide 3 - Tekstslide

Wat doe je als je niet kunt horen of je tussenletter -s- moet gebruiken?

Slide 4 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
trap + huis

Slide 5 - Open vraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
zonnebril
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 6 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
beresterk
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 7 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
hoogtemeter
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 8 - Quizvraag

Maak een samenstelling van de woorden:
volk + zanger

Slide 9 - Open vraag

Welk woord is goed geschreven?
A
geirriteerd
B
ge-irriteerd
C
geïrriteerd

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
fotoonderschrift
B
foto-onderschrift
C
fotoönderschrift

Slide 11 - Quizvraag

Vandaag 
Leren: je leert samenstellingen met tussenletters schrijven (-s/-n/-e)

Maken (deze week af): 
  • H1: leestekens en hoofdletters
  • H2: aan elkaar of los
  • H3: tussenletters 
  • H4: herhaling spelling 

Niet af? Zet de opdrachten in je daltonplanagenda bij: vrijdag af. 

Slide 12 - Tekstslide

Boeken
  • Jullie lezen dit jaar drie boeken.
  • In periode B.
  • In groepjes van drie.
  • Je houdt hier een discussie over.
  • Je bedenkt bij elk boek een stelling, waarover je discussieert. 




  • "Aangrijpende jeugdroman over een vluchtelinge die terugkeert naar haar geboorteland, en haar beste vriend die achterblijft (15+)."

Slide 13 - Tekstslide