Theater in de burgerlijke cultuur

Theater in de 17e eeuw in Nederland
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Theater in de 17e eeuw in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat deed men in de Rederijkerskamers?

A
Leerlingen leerden daar schilderen van de meester
B
Muziek maken, toneelstukken schrijven, discussiëren, enz.
C
Dat was een soort Tweede Kamer van de Gouden Eeuw
D
Daar maakten ze één van de eerste kranten uit die tijd

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Rederijkers
  • Groep tekstliefhebbers​
  • Culturele elite​
  • Musiceren, dichten, schrijven, converseren​
  • Normen en waarden voor goede literatuur en kunst (retorica)​
  • Privé, daarna met publiek!​
  • Verdeeld over verschillende steden: concurrentie​






Slide 4 - Tekstslide

Wat is een tableaux vivant?
A
een vrolijke voorstelling
B
een feestelijke optocht
C
een allegorisch toneelstuk
D
een levend schilderij

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Welke genres bestaan er in het theater?
A
Opera
B
Tragedie
C
Klucht
D
komedie

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een klucht?
A
tragisch toneel
B
komisch toneel
C
toneelstuk over het dagelijks leven
D
toneelstuk over regenten

Slide 8 - Quizvraag

Opbouw voorstelling
Avondvullend programma:​

Hoofdspel (vaak een tragedie, soms een blijspel)​
Tussendans​
Blijspel of klucht


Slide 9 - Tekstslide

Centraal in een klucht staat
A
moralisme
B
calvinisme
C
waarschuwing
D
publieksvermaak

Slide 10 - Quizvraag

Klucht
  • Volks karakter (volkse leven)​
  • Dronkenschap, lust, overspel, goedgelovigheid​
  • Ter lering en vermaak, moraal van het verhaal​
  • Vermaak publiek: list, leugens en bedrog​
  • Komisch effect: publiek weet meer dan personages​
  • Na een tragedie: gemoed verlichten





Slide 11 - Tekstslide

Theater Analyse
  • Vaak begrijpen en analyse vragen op examen
  • GOED kijken
  • Onderscheid maken: wat hoort waarbij? 
  • mi·se-en-scè·ne (de; v) (theater) inrichting van het toneel
  • Rekwisiet/attribuut

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Actief kijken: 
  • Verstaat het begrip actief kijken 
  • De vier strategieën van de Perkins: 
Beschrijven:
  • Het belang van objectieve observatie zonder oordeel.
  • Het herkennen van de formele aspecten en beeld elementen  
Analyseren: 
  • Het kunnen analyseren van formele aspecten van kunstwerken, zoals vorm, verhaal, functie en context
  • Het vermogen om verbanden te zien tussen verschillende aspecten van een kunstwerk.
Interpreteren: 
  • Het begrip van het verbinden van analyse met mogelijke betekenissen binnen kunsthistorische en culturele context.
 

Slide 14 - Tekstslide

Vormgeving Barok kunst

Slide 15 - Tekstslide

Vanitasstilleven
Door Pieter Claesz

Slide 16 - Tekstslide

Maaltijdstilleven
  • Rijkdom van verschillende etenswaren.
Pronkstilleven
  • Voorwerpen en   etenswaren uit   andere landen. 
  • Kostbare objecten. 
Bloemstilleven
  • Tulpenmania
  • Over langere periode geschilderd.
Vanitas stilleven
  • Memento mori = gedenk te sterven
  • (Bijbelse) symboliek

Slide 17 - Tekstslide

Vanitassymbolen
- bloemen of (deels) uitgedroogde bloemen
- een kaars of (net) uitgedoofde kaars
- schedel
- zandloper
- boek
- schelp
- groente en fruit (al dan niet rottend)
- muziekinstrumenten en/of bladmuziek
- horloge
Waaróm zijn dit Vanitassymbolen. 

Slide 18 - Tekstslide