TSV les 2 Medische en fysieke aspecten 15-11-2023

    TOPSPORTVAARDIGHEDEN
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sport en coachingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

    TOPSPORTVAARDIGHEDEN

Slide 1 - Tekstslide

Fysieke en medische aspecten

Slide 2 - Tekstslide

Goedemorgen......... hoe is het met jullie vandaag? Laat het zien dmv. een afbeelding/foto

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

De vijf grondmotorische eigenschappen zijn
A
lenigheid, uithoudingsvermogen, techniek, kracht en snelheid
B
conditie, lenigheid, kracht, snelheid en techniek
C
uithoudingsvermogen, kracht, lenigheid, snelheid en coördinatie
D
coördinatie, uithoudingsvermogen, conditie, lenigheid en kracht

Slide 5 - Quizvraag

Blessures kunnen onstaan door het onvoldoende ontwikkeld zijn van één of meer grondmotrische eigenschappen
A
ja
B
ja, maar dat is niet de enige oorzaak
C
ik zou niet weten hoe
D
nee

Slide 6 - Quizvraag

De vijf trainingsprincipes zijn
A
Overload, specificiteit, reversibiliteit, verminderde meeropbrengst en supercompensatie
B
Specificiteit, reversibiliteit, supercompensatie, vermeerderde meeropbrengst en overload
C
Supercompensatie, reversibiliteit, specificiteit, overload en superopbrengst
D
Specificiteit, irreversibiliteit, verminderde meeropbrengst, overload en supercompensatie

Slide 7 - Quizvraag

Een voldoende sterke prikkel geven 

Je voortgang gaat op een gegeven moment minder snel of lijkt te stagneren

Trainingsresultaten kunnen teruggedraaid worden

Verstoring homeostase (interne belans) in je lichaam

Supercompensatie

Overload
Verminderde meeropbrengst
reversibiliteit

Slide 8 - Sleepvraag

Leerdoelen
  • Je benoemt welke energiesystemen er zijn mbt. inspanning
  • Je benoemt wat er tijdens inspanning gebeurt in je lichaam
  • Je geeft aan wat de VO2 max inhoudt
  • Je benoemt wat overtraining is en hoe het ontstaat

Slide 9 - Tekstslide

Inspanningsfysio-logie

Slide 10 - Tekstslide

Inspanningsfysiologie
Wat gebeurt er in je lichaam tijdens inspanning?

Slide 11 - Tekstslide

Wat gebeurt er volgens jou in je lichaam tijdens inspanning?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Algemene veranderingen tijdens inspanning
Binnen enkele seconden:
 
Hartfrequentie neemt toe
Ventilatie neemt toe
 Zuurstofopname neemt toe
Bloedstroom naar actieve spiergroepen, hart en longen
neemt toe

Slide 14 - Tekstslide

Energiesystemen
Fosfaatsysteem

Anaeroob

Aeroob

Slide 15 - Tekstslide

Energiesystemen
Zijn altijd samen actief

Duur en inspanning bepalen welke het meest actief is. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat weet jij van aerobe/anaerobe training?

Slide 17 - Open vraag

Aeroob / anaeroob

Zuurstof / geen zuurstof


Slide 18 - Tekstslide

Aeroob / anaeroob

Aeroob: Je lichaam produceert energie mbv. zuurstof


Slide 19 - Tekstslide

Aeroob / anaeroob
Anaeroob

Je lichaam produceert energie met heel weinig zuurstof

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Aeroob / anaeroob
Aeroob: 
In zone 2 en 3 (60-80% hf max)

Anaeroob:
Hoge intensiteit, explosieve momenten (80-90% hf max)

Slide 22 - Tekstslide

Aeroob / anaeroob
Hardlopen:

Als het makkelijk en easy aanvoelt en je kan nog praten: aeroob 

Kom je moeilijk aan je ademhaling en ben je buiten adem: anaeroob 


Slide 23 - Tekstslide

Anaerobe drempel
Koolhydraten zijn nodig om een spier te laten samentrekken.

Koolhydraten worden afgebroken tot glucose

Glucose is dé brandstof voor de spieren

Wanneer deze wordt afgebroken ontstaat er melkzuur


Slide 24 - Tekstslide

Anaerobe drempel
Melkzuur = lactaat

Komt vrij wanneer de spieren meer zuurstof verbruiken dan dat ze kunnen opnemen. 





Slide 25 - Tekstslide

Anaerobe drempel
Bij een lage intensiteit training verbruiken we niet veel energie, dus weinig koolhydraten, dus weinig lactaat.  
 Spieren kunnen  zelf deze hoeveelheid aan melkzuur zelf terug afbreken.


Intensiiteit omhoog (sneller, harder, explosiever),  dan zullen de spieren dus meer koolhydraten, dus glucose gaan verbruiken, dus meer lactaat.

Nog hogere intensiteit -> meer lactaat dan spier kan afbreken.   
 Dit wordt ook wel omslagpunt  of anaerobe drempel genoemd.  Meer melkzuur dan het kan afbreken. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
Maak een schema van je trainingen en geef aan welk energiesysteem tijdens deze trainingen wordt aangesproken. 

Benoem 5 oefeningen die er in een workout voor zorgen dat je snel je anaerobe systeem aanspreekt


Slide 28 - Tekstslide

Wat is interessant?
  • conditie van een topsporter?
  • Oorzaak van verminderde inspanningstolerantie?
  • Pathologie of inactiviteit?
  • Overtraindheid?
  • Chronische vermoeidheid?

Slide 29 - Tekstslide

Verminderde inspanningstolerantie

Afgenomen fysiologische capaciteit om inspanning van een vereist of gewenst niveau te houden

Slide 30 - Tekstslide

Inspanningstolerantie
  • Vermoeidheid en kortademigheid kunnen veroorzaakt
       worden door bijna alle ziekten
  • Klachten en symptomen worden erger tijdens inspanning
  • Diagnostische testen tijdens inspanning kunnen daardoor
       erg efficiënt zijn

Slide 31 - Tekstslide

Dusssss...........
Lage intensiteit, lage hartslag (60% hf max) -> aeroob
langzame duurtrainingen, hersteltrainingen

Hogere intensiteit, meer melkzuur, maar zolang dat nog afgebroken kan worden (70% hf max) -> aeroob
normale duurtrainingen

Nog hogere intensiteit, melkzuur kan niet goed meer verwerkt worden, verzuring begint (75-80%) hf max -> richting omslagpunt
tempoduurtrainingen



Slide 32 - Tekstslide

Dusssss...........
Trainingen rond het omslagpunt (85% hf max) -> anaeroob
intervaltrainingen

Hoge intensiteit (90-95% hf max) -> anaeroob
weerstandstrainingen, intensieve intervaltrainingen



Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

VO2 max
De maximale hoeveelheid zuurstof die je lichaam kan opnemen 

Hoe meer zuurstof je kan opnemen, hoe meer energie voor je spieren

Heel simpel: het zegt wat over je uithoudingsvermogen 



 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Overtraining

De balans tussen belasting en belastbaarheid is in hoge mate verstoord

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Overtraining
Verminderd prestatievermogen
Rusteloos/hyperactief
Afgenomen competitiedrang
Geen zin om te sporten
Snel vermoeid
Concentratieproblemen
Verhoogde hartslag
Langzamer herstel van hartslag en bloeddruk na inspanning
Spierstijfheid
Gewichtsverlies
Minder eetlust
Grotere kans op infecties of ziektes

Slide 39 - Tekstslide

Overtraining
Oorzaak:

Tekort aan rust

Slide 40 - Tekstslide

Overtraining
Je lichaam heeft tijd voor herstel nodig na training

Op zoek naar nieuw evenwicht

Je herstelt meer dan nodig is

Supercompensatie

Slide 41 - Tekstslide

Overtraining
Niet genoeg rust -> te snel weer trainen -> langer herstel ->  opbouwen meer vermoeidheid -> hormoonsysteem in de war -> overtraining . 

Factoren die vaak meespelen:
stress, privéproblemen, tentamens. een groeispurt bij jongeren, ziekte, mentale zaken 

Slide 42 - Tekstslide

Overtraining
RUST!!!!!!

Meet je rusthartslag 

Uitgebalanceerd trainingsschema

Stapje terug in trainingsintensiteit bij stress/problemen

Hou een trainingsdagboek bij (ook voor arts en fysio) 

Slide 43 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je benoemt welke energiesystemen er zijn mbt. inspanning
  • Je benoemt wat er tijdens inspanning gebeurt in je lichaam
  • Je geeft aan wat de VO2 max inhoudt
  • Je benoemt wat overtraining is en hoe het ontstaat

Slide 44 - Tekstslide

To do!
  • Volgende les 22 november 9 uur
  • Opdracht 1.2 Its Learning 
  • Maak zsm opdracht 1.1 mocht je     die vergeten zijn

Slide 45 - Tekstslide

Tips en/of tops.......

Slide 46 - Open vraag

Slide 47 - Tekstslide