We horen graag of je een voorkeur hebt voor vis, vlees of vegetarisch.
Standaardnederlands
Zij hebben heel veel geld.
Geen stopwoorden of tussenwerpsels
X
Uitspraak "zoals het hoort", geen samentrekkingen en afkortingen
Goedemorgen, Albert Heijn, even, oude, dat is, dat vind ik grappig.
Zinnen grammaticaal correct.
Toen zijn we samen een ijsje gaan eten.
Slide 10 - Tekstslide
In welke twee situaties is correct schrijven extra belangrijk?
Slide 11 - Open vraag
Lange en ontspoorde zinnen
Hoe langer de zin, hoe groter de kans dat deze onduidelijk is of fouten bevat.
Niet: Aan het eind van een drukke schooldag met wel zes, zeven of acht lessen word je meestal en beetje onrustig en heb je geen zin meer.
Wel: Een drukke schooldag heeft vaak wel zes, zeven of acht lessen. Aan het eind van zo'n dag word je meestal een beetje onrustig. Je hebt dan namelijk geen zin meer.
Een ontspoorde zin loopt niet. Meestal doordat je op een andere structuur overgaat. Lees hardop, dan hoor je vaak vanzelf wat er niet klopt.
Niet: Onze school heeft als regel dat alle leerlingen die drie keer te laat zijn gekomen of die drie keer hun boeken zijn vergeten, moeten aan de corveedienst meedoen op maandag om half vijf.
Wel: Onze school heeft als regel dat alle leerlingen die drie keer te laat zijn gekomen of die drie keer hun boeken zijn vergeten, aan de corveedienst mee moeten doen op maandag om half vijf.
Slide 12 - Tekstslide
Lange en ontspoorde zinnen
Controleer deze dus altijd extra goed.
Herschrijf ze of splits ze op.
Orden informatie en maak met signaalwoorden en verwijswoorden duidelijk wat de samenhang is.
Slide 13 - Tekstslide
Overbodige woorden en contaminatie
Lange zinnen kun je inkorten, haal daarbij overbodige woorden weg.
Niet: Examentraining kan een groot verschil maken voor de resultaten van de leerlingen en de kans op slagen wordt dan vergroot.
Wel: Examentraining vergroot de kans op slagen.
Als er staat licht toe --> geef toelichting: waarom vergroot examentraining de kans op slagen?
Bij een contaminatie halen mensen twee woorden of uitdrukkingen door elkaar.
-Hij verkocht de sneakers voor een appel en een peer. (appel en een ei en een appel met een peer vergelijken).
-Die trui kost duur. (kost veel of is duur).
-Uitprinten. (uitdraaien of printen).
-Nachecken. (checken of nakijken).
Slide 14 - Tekstslide
Overbodig of niet: De vrouw deed "erg" boos tegen de medewerker van de klantenservice.
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Overbodig of niet: Zij vindt het vast niet "erg" dat je haar passer leent voor de wiskundetoets.
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Deel de zin op in kortere zinnen. "Afgelopen week, toen ze haar telefoon kwijt was, voordat ze er -heel dom- achter kwam dat hij gewoon in haar jasza zat, en ze helemaal in paniek was omdat ze een belangrijk berichtje verwachtte, wilde ze naar huis fietsen om te kijken of ze hem daar soms had laten liggen."
Slide 17 - Open vraag
Deel de zin op in kortere zinnen. "Omdat veel leerlingen snel zijn afgeleid, aangezien ze een slechtere concentratie hebben dan de leerlingen van tien jaar geleden, kunnen ze steeds minder goed lezen en daarom proberen scholen er alles aan te doen om de leerlingen weer in een boek te laten kijken in plaats van op hun telefoon."
Slide 18 - Open vraag
Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
HAVO: hoofdstuk 2 paragraaf C correct schrijven, opdracht 6-11.