Hoe langer de zin, hoe groter de kans dat deze onduidelijk is of fouten bevat. Controleer deze dus altijd extra goed. Herschrijf ze of splits ze op. Orden informatie en maak met signaalwoorden en verwijswoorden duidelijk wat de samenhang is.
Niet: Aan het eind van een drukke schooldag met wel zes, zeven of acht lessen word je meestal en beetje onrustig en heb je geen zin meer.
Wel: Een drukke schooldag heeft vaak wel zes, zeven of acht lessen. Aan het eind van zo'n dag word je meestal een beetje onrustig. Je hebt dan namelijk geen zin meer.
Een ontspoorde zin loopt niet. Meestal doordat je op een andere structuur overgaat. Lees hardop, dan hoor je vaak vanzelf wat er niet klopt.
Niet: Onze school heeft als regel dat alle leerlingen die drie keer te laat zijn gekomen of die drie keer hun boeken zijn vergeten, moeten aan de corveedienst meedoen op maandag om half vijf.
Wel: Onze school heeft als regel dat alle leerlingen die drie keer te laat zijn gekomen of die drie keer hun boeken zijn vergeten, aan de corveedienst mee moeten doen op maandag om half vijf.