In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Samenwerking & Communicatie
Hoofdstuk 2 t/m 4
Slide 1 - Tekstslide
Er komt een nieuwe collega in je bedrijf. De eerste weken zal ze kennis maken met haar nieuwe collega's en stap voor stap leren hoe ze haar taken moet uitvoeren. Hoe noem je deze eerste periode?
A
evaluatie
B
introductie
C
stage
Slide 2 - Quizvraag
Tijdens een kennismakingsgesprek met Cas pas je de LSD-techniek toe. Cas vertelt dat hij veel ervaring heeft met advies geven aan klanten. Welke reactie kun je hierop geven als je wilt 'doorvragen'?
A
Heb je ook ervaring met het doen van bestellingen?
B
'Ah fijn, die ervaring kunnen we hier wel gebruiken. '
C
'Kun je daar een voorbeeld van geven?'
Slide 3 - Quizvraag
Nina heeft nog nooit de winkel afgesloten. Vandaag moet zij dat voor het eerst doen. Haar leidinggevende geeft haar daarom een ...
A
Instructie
B
meervoudige taakopdracht
C
enkelvoudige taakopdracht
Slide 4 - Quizvraag
Marije heeft al vaak een weekplanning gemaakt. Vandaag moet zij ook een weekplanning maken. Haar leidinggevende geeft haar daarom een ...
A
Instructie
B
meervoudige taakopdracht
C
enkelvoudige taakopdracht
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het beste moment om feedback te geven aan een collega?
A
tijdens een functioneringsgesprek
B
vlak na de gebeurtenis
C
een paar uur later
Slide 6 - Quizvraag
Kendra is een ervaren collega. Maar ze vindt het moeilijk om goed met klachten om te gaan. Kendra wil dit leren. Hoe kan haar leidinggevende haar hierbij helpen?
A
coachen
B
een introductiegesprek voeren
C
een meervoudige taakopdracht geven
Slide 7 - Quizvraag
Wat kun je het beste doen als je negatieve feedback van een collega ontvangt?
A
ervan balen
B
ervan leren
C
excuses bedenken
Slide 8 - Quizvraag
Wie schrijft in een werkoverleg op wat er wordt gezegd?
A
voorzitter
B
deelnemer
C
notulist
Slide 9 - Quizvraag
Wat is geen verschil tussen werkoverleg en werkbespreking?
A
werkoverleg is formeel, bespreking informeel
B
werkoverleg is gepland, bespreking niet.
C
bij werkoverleg maak je afspraken, bij werkbespreking niet
D
bij werkoverleg is er van te voren een agenda, bij werkbespreking niet
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een gesloten agendapunt?
A
mededeling
B
brainstorm
C
discussie
Slide 11 - Quizvraag
Furkan gebruikt computers en systemen om problemen op te lossen. Welke competentie bezit Furkan?
A
creatief denken
B
sociale vaardigheden
C
samenwerken
D
computional thinking
Slide 12 - Quizvraag
Sturingsinformatie gebruik je om
A
het gedrag van anderen beïnvloeden
B
samenwerken
C
beslissingen nemen
Slide 13 - Quizvraag
Eelke wil graag zijn doelen behalen. Hij denkt daarom na over wat hij de volgende keer beter kan doen. Welke competentie bezit Eelke?
A
computional thinking
B
creatief denken
C
zelfregulering
D
communiceren
Slide 14 - Quizvraag
Hoe noem je een systeem waarmee je data registreert, verzamelt en analyseert?