vso - SHORTS - Veerkracht | les voor het filmbezoek

Veerkracht
vso
les voor de film
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstNederlands+1Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2Leerroute 3Leerroute 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Instructies

Het kan handig zijn om deze LessonUp te printen. Zo heb je alle aantekeningen bij de hand, als je de les geeft. Veel plezier!

Onderdelen in deze les

Veerkracht
vso
les voor de film

Slide 1 - Tekstslide

Voor de docent

Deze LessonUp is gemaakt door IFFR en te geven in de klas voorafgaand aan het filmbezoek.

Lesindeling:
  1. introductie filmlessen - 5 min.
  2. introductie IFFR -  5 min
  3. filmtheorie: korte film - 5 min.
  4. kennismaken met het thema - 5 min.
  5. opdracht - 10- 15 min.
  6. voorbereiding filmprogramma - 10 min.
  7. Hoe bezoek je een filmtheater - 5 min
  8. reflectie & afronding - 5 min.

Duur van de les: 
50 - 60 min.

Voorbereiding
Het is fijn om de les vooraf al een keer door te nemen. Soms zijn de notities niet goed leesbaar in de uitgeklapte notities. Check dit van te voren. Je kunt de notities/ lessonup ook als PDF opslaan en los naast de presentatie houden.

Benodigdheden
n.v.t (eventueel pen & papier)

Thema 
Veerkracht

Leerdoelen
  • begrip van de kracht van de korte film als medium voor filmmakers
  • onderzoeken van het concept veerkracht. Zowel het bredere begrip als eigen ervaring.

Vertel de leerlingen:
Jullie gaan een filmprogramma van IFFR volgen. Dit programma bestaat uit een voorbereidende les in de klas. Daarna bekijken jullie het filmprogramma in de filmzaal en tot slot hebben jullie nog een les in de klas om de films na te bespreken. Het thema is: Veerkracht.

In deze les gaan we onderzoeken wat dit thema betekent en bereiden we ons voor op ons bezoek aan IFFR.

Tip: Zet de notities aan door op het icoon met het schrijfblokje onderin de balk te klikken. Bekijk de notities vooraf of print ze uit. Hierin staat extra informatie. 

Heb je nog niet eerder met LessonUp gewerkt? Hier vind je aanvullende informatie.
Opdracht
Dit is een doe-opdracht
Gesprek
Ga met elkaar in gesprek over het onderwerp
Legenda
Vraag
Dit is een vraag
Kijk
Dit is een kijk-opdracht
Weetje
Dit is een weetje of extra uitleg.

Slide 2 - Tekstslide

Legenda
LessonUp maakt gebruikt van iconen. Deze worden hotspots genoemd.

Hier staat een overzicht van de betekenis van alle iconen in LessonUp. Zodra je op een icoon klikt, verschijnt er een tekst.  

Op een aantal slides kom je ook gele iconen tegen. Dit zijn verdiepende vragen en opdrachten, die je toe kunt voegen aan je les, afhankelijk van de voorkennis of samenstelling van de klas.
Wat gaan we doen / leren?
Leerdoel toevoegen
Dit gaan we deze les doen
  • Voorbereiden op het bezoek aan IFFR;
  • Onderzoeken wat de kracht van een korte film is;
  • Kennismaken met het thema 'Veerkracht'
  • Ontdekken welke films we gaan zien'
  • Bespreken hoe je je gedraagt in een filmtheater;

Slide 3 - Tekstslide

5 min - Introductie

Vertel de leerlingen

Dit gaan we deze les doen (hotspot)
We gaan;
  • Voorbereiden op ons bezoek bij IFFR
  • Onderzoeken wat de kracht van een 'korte film' is. 
  • kennismaken met het thema 'Veerkracht'.
  • ontdekken welke films we in de bioscoop gaan kijken;
  • Bespreken hoe je je gedraagt in een filmtheater.
Kort, korter, kortst!
International Film Festival Rotterdam
Wat is International Film Festival Rotterdam? Wie is er weleens geweest?
Waarom is het belangrijk dat filmfestivals bestaan?
Het logo van IFFR is de tijger. Waarom zou er voor dit dier gekozen zijn?
Op het filmfestival kun je niet alleen lange films, maar ook korte films zien. Wie heeft er weleens een korte film gezien en waar ging die over?

Slide 4 - Tekstslide

5 min - Introductie IFFR
Bespreek met de leerlingen wat IFFR is. 
Behandel de hotspots (vraagtekens).

Vraag (hotspot 1):
Wat is International Film Festival Rotterdam? Wie is er weleens geweest?

Antwoord:
Tijdens International Film Festival Rotterdam - vaak afgekort tot IFFR - wordt er gekeken naar heel veel bijzondere en nieuwe films, van over de hele wereld. Er komen regisseurs en acteurs op bezoek en filmmakers kunnen prijzen winnen.

Vraag (hotspot 2):
Het logo van IFFR is een tijger, waarom zou er gekozen zijn voor dit dier? 

Antwoord:
Alle antwoorden zijn mogelijk om de verbeelding van de leerlingen in te zetten.
De tijger is een bedreigd diersoort net zoals de films die worden vertoond tijdens het festival. Dit zijn vaak films van onafhankelijke makers, met een klein budget. 

Vraag (hotspot 3):
Op het filmfestival kun je niet alleen lange films, maar ook korte films zien. Wie heeft er weleens een korte film gezien en waar ging die over?

Verdiepende vraag (hotspot4, optioneel):
Waarom is het belangrijk dat filmfestivals bestaan?

Antwoord:
  • Het biedt een podium voor (nieuwe) makers. 

  • Het biedt een podium voor makers van over de hele wereld.

  • Reguliere bioscopen in Nederland vertonen vaak films van grote(re) studio's. Deze films zijn vaak gemaakt in Europa, Groot-Brittannië of Amerika. Tijdens een filmfestival krijg je ook de kans om films uit andere hoeken van de wereld te zien.

  • ontmoeting en uitwisseling tussen makers & publiek

  • Bij een filmfestival zijn vaak makers aanwezig. Vaak gaan ze tijdens een Q&A na de film in gesprek met het publiek. Zo krijgt de maker een idee van hoe het publiek de film vindt en kan de kijker vragen stellen aan de regisseur over het proces of de boodschap.
  • netwerk mogelijkheid voor makers en filmindustrie


Kort, korter, kortst!
In de bioscoop zie je meestal alleen lange (speel)films. Op filmfestivals worden daarnaast ook vaak korte films vertoond. Waarom zou een filmmaker kunnen kiezen voor het maken van een korte film in plaats van een lange film? Welke voordelen kun je bedenken?
En wat zouden nadelen kunnen zijn in vergelijking met een lange film?
De kracht van korte films

Slide 5 - Tekstslide

5 min - filmtheorie: de kracht van korte films
Bespreek met de leerlingen wat de kracht van korte films is. 
Behandel de hotspots (vraagtekens).

Vraag (hotspot 1):
In de bioscoop zie je meestal alleen lange (speel)films. Op filmfestivals worden daarnaast ook vaak korte films vertoond. Waarom zou een filmmaker kunnen kiezen voor het maken van een korte film in plaats van een lange film? Welke voordelen kun je bedenken?

Antwoord:
  • goedkoper om te maken
  • meer autonomie (creatieve vrijheid) voor de maker
  • meer ruimte om te experimenteren
  • minder tijd nodig om te maken
  • korter, dus makkelijker om het publiek 'erbij' te houden
  • als oefening voor een langere film

Vraag (hotspot 2):
En wat zouden nadelen kunnen zijn in vergelijking met een lange film?

Antwoord:
  • minder tijd om het verhaal te vertellen
  • minder tijd voor het publiek om emotioneel betrokken te raken
  • minder tijd voor karakterontwikkeling
  • moeilijker om vertoond te worden in de bioscoop
  • minder geld > minder beschikbare middelen (kan ten kosten gaan van de kwaliteit)
Veerkracht
Waar denk je aan bij het woord 'Veerkracht'?
Waar zouden films met dit thema over kunnen gaan?
Kun je drie dingen noemen die je kunt doen om je veerkracht te vergroten?

Slide 6 - Tekstslide

5 min. - kennismaking met het thema

Als onderdeel van de voorbereiding op het filmprogramma, gaan de leerlingen actief met het thema aan de slag. Hiermee activeren we hun voorkennis en nodigen we hen uit om alvast op verschillende manieren over het onderwerp na te denken.

Vertel de leerlingen

We gaan bij IFFR vier films kijken rondom het thema 'Veerkracht'. Ter voorbereiding gaan we dit onderwerp nu verder verkennen. Er zijn hierbij geen goede of foute antwoorden. 

Vraag (hotspot 1)
  • Waar denk je aan bij het woord 'Veerkracht'?
Elk antwoord is goed. Het gaat om de eigen associaties van de leerlingen. 

Vertel hen vervolgens/ Vat samen wat veerkracht is:
  • het proces van aanpassen aan of omgaan met uitdagingen;
  • het vermogen om tegenslag te overwinnen en om te zetten in kansen;
  • het verloop van het herstellen van stress, trauma en overige uitdagingen;
  • een vaardigheid die je kunt trainen. Het is dus niet iets dat je vanaf je geboorte hebt of niet hebt. 
Vraag (hotspot 2)
Kun je drie dingen noemen die je kunt doen om je veerkracht te vergroten?

Er zijn veel verschillende dingen die je kunt doen om je veerkracht te vergroten of te ontwikkelen. Zoals:
  • Goed voor jezelf zorgen (voldoende slapen, gezond eten)
  • Bewegen (sporten, maar ook wandelen of huishoudelijke taken doen)
  • Zorgen voor een sterk sociaal netwerk (vrienden, familie, kennissen waar je mee kunt praten en/of dingen mee kunt ondernemen)
  • Stress regulatie (meditatie, ademhalingsoefeningen, etc.)
  • Denken in oplossingen i.p.v problemen
  • Iets nieuws proberen of leren (door uit je comfort zone te stappen, leer je meebewegen met situaties en nieuwe perspectieven kennen)
  • Wees aardig voor jezelf
  • Omdenken (zoek naar hoe je van een uitdaging een kans of leermoment kunt maken).

Vraag (hotspot 3)
  • Waar zouden films met dit thema over kunnen gaan, denk je?
(Over wat voor soort dingen? Wat zou er in de films kunnen gebeuren? Over wie denk je dat de films gaan? Waar zouden ze zich af spelen?)



Een moment van veerkracht
  • Maak tweetallen
  • Bedenk een moment in je leven waarop je veerkracht toonde
  • Interview elkaar over het gekozen moment 
    (Wanneer? Wat was er gebeurt? Wie waren er bij betrokken? Wat heb je gedaan om terug te veren van deze uitdaging?)

Slide 7 - Tekstslide

10-15 min. - gespreksopdracht: 

Voor de docent
Tijdens deze opdracht gaan de leerlingen elkaar interviewen over een moment van veerkracht. Dit kunnen kleine of grote momenten zijn, afhankelijk van hoe comfortabel de leerlingen zich bij elkaar voelen. Om de leerlingen op weg te helpen, kun je een aantal voorbeelden noemen. Laat ze bijvoorbeeld denken aan:

verliezen van een sportwedstrijd, een onvoldoende voor een toets, verhuizen naar een nieuwe plek, starten op een nieuwe school, overlijden van een dierbare, liefdesverdriet, omgaan met ziekte, gevoel van eenzaamheid, uitdagingen tijdens de coronacrisis, etc.

De leerlingen kunnen de vragen op het scherm gebruiken voor hun interview:
  • Wanneer vond dit moment plaats?
  • Wat was er gebeurt?
  • Wie waren er bij betrokken?
  • Wat heb je gedaan om terug te veren van deze uitdaging?
Vertel de leerlingen dat ze 3 minuten per interview hebben.

Zet een timer en vertel de leerlingen na 3 minuten om te wisselen van rol.

Bespreek de opdracht klassikaal na:
  • Wat was er lastig aan de opdracht
  • Wat was het meest interessant?
  • Hebben de leerlingen iets nieuws geleerd over elkaar?
  • Over hoe om te gaan met een moeilijke situatie? 

De opdracht voor de leerlingen
  • Maak tweetallen
  • Bedenk een moment in je leven waarop je veerkracht toonde
  • Interview elkaar over het gekozen moment.
1. Miisufy
2. Warrior heart
3. Girl Away From Home
4. Afterlives

Slide 8 - Tekstslide

10 min. - Voorbereiding filmprogramma

Vertel de leerlingen
Binnenkort brengen jullie een bezoek aan IFFR. In de filmzaal gaan jullie deze 4 korte films bekijken. 

Vraag de leerlingen
Op basis van de afbeeldingen hier op het scherm: welke film denk je dat je het meest aan zal spreken? Waarom? 

In de volgende slides zullen de films één voor één worden besproken. 








Bekijk de trailer
  • Waar denken je dat de film over gaat?
Lijkt dit jullie een leuke film? Waarom? 

Slide 9 - Tekstslide

10 min. - voorbereiding filmbezoek (vervolg)
Vertel de leerlingen:
De eerste film die jullie gaan zien is de animatiefilm Miisufy. We gaan eerst de trailer bekijken. 

Bekijk de trailer.
Vertel de leerlingen daarna:

Miisufy gaat over Miisu, een virtuele huisdierkat, die moe wordt van haar eigenaar en zich begint te verzetten. De door Tamagotchi geïnspireerde film laat gebruikers de wereld zien door de ogen van digitale dieren.

Vraag: 
Lijkt dit jullie een leuke film? Waarom?
De tweede film die jullie gaan zien heet Warrior Heart, weet jij wat dit betekent?
Waar denk jij dat deze film over zal gaan?

Slide 10 - Tekstslide

10 min. - voorbereiding filmbezoek (vervolg)

Vraag 1:
De tweede film die jullie gaan zien heet Warrior Heart. Wie weet wat dit betekent? 

Vraag 2: 
Waar denk je dat deze film over gaat?

Vertel:
Dit is een fictiefilm.
De film gaat over Vilja. Haar grote hobby is worstelen, ondanks dat ze elke wedstrijd verliest en dat ze bang is om zich pijn te doen. Wanneer haar ouders uit elkaar gaan, komt ze met zichzelf in de knoop. Ze worstelt met haar gevoelens en weet zich niet goed te uiten. Dan blijkt Thea, de dochter van haar moeder’s nieuwe vriend, ook nog eens bij haar in de sportklas te komen. Thea is meteen de ster van de groep. Hoe zal Vilja hier mee omgaan?
Als je de titel hoort en het plaatje ziet, waar denk je dat de film over zal gaan? 
Wie weet wat een documentaire is?

Slide 11 - Tekstslide

10 min. - voorbereiding filmbezoek (vervolg)

Bespreek onderstaande met de leerlingen. 
De derde film die jullie gaan zien heet Girl Away From Home. 

Vraag 1:
Als je de titel hoort en het plaatje ziet, waar denk je dat de film over zal gaan? 

Vertel: Dit is een documentaire.
De film gaat over Nastia. Ze traint met haar team voor een belangrijke danswedstrijd in Oekraïne. Dan breekt de oorlog uit en staat haar wereld volledig op z’n kop. Nastia moet met haar oma naar Duitsland, ver weg van haar ouders en vrienden. Op deze nieuwe plek moet ze opnieuw beginnen en een manier vinden om met de onzekerheid van de situatie om te gaan. 

Vraag 2:
Wie weet wat een documentaire is? 

Vertel:
Een documentaire is gebaseerd op ware gebeurtenissen of personen. We volgen vaak het leven van echte mensen. Het verhaal is niet verzonnen, er is geen script. 
Wat voor soort film is dit? Waarom denk je dat?
Wat denken jullie te zien als het een 'experimentele film' is?

Slide 12 - Tekstslide

10 min. - voorbereiding filmbezoek (vervolg)

Bespreek onderstaande met de leerlingen. 
De laatste film heet Afterlives. 

Vraag  1:
Wat voor soort film is dit? Waarom denk je dat?

Vertel:
Afterlives is een experimentele film. De film onderzoekt het tweede leven van plastic voorwerpen nadat ze zijn weggegooid. Eens waren deze objecten heel belangrijk in ons dagelijks leven, maar hoe beïnvloeden deze voorwerpen onze samenleving nadat ze zijn weggegooid?

Vraag 2:
Wat denken jullie te gaan zien, als het een 'experimentele film' is? 

Bekijk het filmpje 'Hoe bezoek je een filmtheater'.
Hoe bezoek je een Filmtheater? 

Slide 13 - Tekstslide

5 min - Hoe bezoek je een filmtheater (filmpje)

Voor de docent:
Bekijk van tevoren het filmpje en schat in of dit past bij jouw doelgroep. Het filmpje is gemaakt voor iets jongere leerlingen. 

Voor de iets oudere leerlingen kan je het filmpje overslaan en de huisregels in de volgende slide vinden. 
Hoe bezoek je een Filmtheater? 
  • De telefoon gaat uit en bewaar je in de tas. 
  • Zoek een plekje en doe je jas lekker uit. 
  • In de zaal mag mag je niet eten en drinken.
  • Ga op school naar de toilet of wacht tot na de film.
  • Er is een filmdocent aanwezig om de films te bespreken. Wil je iets zeggen, steek dan eerst je hand op. Luister goed naar elkaar en leer van de ander. 
  • Tijdens de film mag je best lachen, iets gek of spannend vinden. Wacht totdat de film is afgelopen om dit met elkaar te bespreken. 
  • Wacht met het verlaten van de zaal totdat de docent een seintje geeft. 
  • Wanneer je opstaat, kijk goed om je heen of je niks vergeten bent.

Slide 14 - Tekstslide

5 min - Hoe bezoek je een filmtheater (opsomming)

Voor de docent:
Indien het filmpje op de vorige slide niet passend is, of niet voldoende kan je de huisregels op deze slide vinden. Dit kan ook als herhaling dienen.

Bespreek de volgende punten met de leerlingen:

  • Telefoons graag uit en in de tas bewaren.
  •  In de zaal mag mag je niet eten en drinken.
  • Ga op school naar de toilet of wacht tot na de film.
  • Er is een filmdocent aanwezig om de films te bespreken. Wil je iets zeggen, steek dan eerst je hand op. Luister goed naar elkaar en leer van de ander. 
  • Tijdens de film mag je best lachen, iets gek of spannend vinden, wacht totdat de film is afgelopen om dit met elkaar te bespreken. 
  • Wacht met het verlaten van de zaal totdat de docent een seintje geeft. 
  • Wanneer je opstaat, kijk goed om je heen of je niks vergeten bent.
Wat neem je mee uit de les van vandaag?
Waar zou je graag meer over willen leren?
Afronding
Wat vond je het meest interessant om te doen/ leren deze les?

Slide 15 - Tekstslide

5 min. - Reflecteren en afronden

Vertel de leerlingen
Vandaag hebben we onderzocht wat een korte film is en wat de voordelen en nadelen zijn voor een filmmaker om juist een korte film te maken.

Ook hebben we het thema 'Veerkracht' onderzocht. We hebben nagedacht over wat veerkracht is, waar films met dit thema over zouden kunnen gaan, hoe je het concept veerkracht zou kunnen symboliseren en wat je kunt doen om je veerkracht te vergroten.

Daarnaast zijn we op zoek gegaan naar een moment in ons leven waarbij we veerkracht toonden (en hebben we een oefening gedaan voor het vertalen van die situatie naar een korte film).

Vraag de leerlingen

vraag (hotspot 1)
Wat neem je mee uit de les vandaag?

vraag (hotspot 2):
Wat was het meest interessant voor jou om te doen of leren in deze les?

vraag 3 (hotspot 3)
Waar wil je graag meer over weten?

De films in de zaal gaan allemaal over veerkracht, maar in verschillende vormen. Van de menselijke veerkracht, tot die van de natuur. 

Film is meer dan alleen het verhaal. Let daarom niet alleen op de inhoud van de films, maar ook op de manier waarop het verhaal in beeld gebracht is. Wat laat de filmmaker precies zien? Denk hierbij ook aan het gebruik van kleuren, locaties en het acteerwerk.

------------------------

Bespreek eventuele overige vragen van de leerlingen. 
Veel plezier bij de filmvertoning!

Slide 16 - Tekstslide

Dit is de laatste slide van de LessonUp voorafgaand aan het filmbezoek. 

Je vindt de LessonUp voor na het filmbezoek op de website

Veel plezier met het kijken van het filmprogramma!

Voor vragen over dit programma of over je bezoek  aan het festival kun je terecht bij het educatie team van IFFR via education@iffr.com.

Meer lessen zoals deze