Grammatica - 1.7 - les 1

Start van de les
  • IPad en boek op de hoek van je tafel, gesloten.
  • Boek Gozert
  • Pen
  • Tas op de grond.
  • Telefoon in je kluis


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Start van de les
  • IPad en boek op de hoek van je tafel, gesloten.
  • Boek Gozert
  • Pen
  • Tas op de grond.
  • Telefoon in je kluis


Slide 1 - Tekstslide

Programma:
Lezen Gozert (samen) 10 min
Grammatica - 1.7 (uitleg) (klassikaal) 10 min
Zelfstandig Werken (alleen + hulp buur) 10 min
Afsluiten (samen) 5 min

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling:

Slide 4 - Tekstslide

(tt) De jongen (dansen)... tijdens het geweldige feest.
A
dans
B
danst
C
dansdt
D
dansen

Slide 5 - Quizvraag

(vt) De jongens (dansen)... tijdens het geweldige feest.
A
dansen
B
dansden
C
danste
D
dansten

Slide 6 - Quizvraag

voltooid deelwoord:
De jongen heeft tijdens het geweldige feest ...
A
gedansd
B
gedansdt
C
gedansen
D
gedanst

Slide 7 - Quizvraag

Lesdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • wat zinsdelen zijn 
  • de persoonsvorm herkennen.

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg:

Slide 9 - Tekstslide

Zin en zinsdelen
Zinnen kun je verdelen in zinsdelen. Een zinsdeel bestaat uit één woord, of een paar woorden die bij elkaar horen. Een voorbeeld van een zinsdeel is de persoonsvorm of het onderwerp. Elk zinsdeel zet je tussen zinsdeelstrepen.

Ik | lees | dit boek. |
Deze zin bestaat uit drie zinsdelen.

Slide 10 - Tekstslide

wie
waar
wanneer
doet

Slide 11 - Tekstslide

Persoonsvorm
De persoonsvorm (pv) is een belangrijk zinsdeel. In elke zin staat een pv. De pv is altijd een werkwoord (doe-woord) en bestaat meestal uit één woord.
Je vindt de pv door de tijd van een zin te veranderen.
Hoe loop jij naar school? -> Hoe liep jij naar school?
Het woord dat moet veranderen, is de pv. In het voorbeeld is de pv dus: loop.


Slide 12 - Tekstslide

Persoonsvorm
Uitlegfilmpje

Slide 13 - Tekstslide

Tijdproef
De pv vind je met de tijdproef pv:

Slide 14 - Tekstslide

Omar kijkt graag Netflix.
Zet de zin in vt!
Welk woord is veranderd?
A
graag
B
Netflix
C
keek
D
kijkt

Slide 15 - Quizvraag

Tessa ruimt haar kamer op.
Zet de zin in vt!
Welk woord is veranderd?
A
kamer
B
ruimt
C
ruimde
D
Tessa

Slide 16 - Quizvraag

Maken Grammatica 1.7
 opdr. 1 t/m 5
timer
10:00
Klaar?
  • Versterk jezelf werkwoordspelling 
  • huiswerk maken
  • lezen Gozert

Slide 17 - Tekstslide

Hij is heel goed in voetbal.
Wat is in deze zin de pv?

Slide 18 - Open vraag

Fodé vond Kylian Mbappé heel erg goed.
Wat is in deze zin de pv?

Slide 19 - Open vraag

Ik kan de pv herkennen in een zin!

Slide 20 - Poll