In de volgende tekst zitten vijf syllogismen verstopt: herken ze en schrijf de major, de minor en de conclusie met zo min mogelijk woorden op. Gebruik in je major het woord ‘alle’. ‘iedere’ of ‘elke’. Tip: de algemene bewering (‘alle x zijn y’) wordt meestal niet zo duidelijk geformuleerd, maar is wel te vinden.
In deze straat hebben alle huizen een tuin, dus mijn huis op nummer 10 heeft ook een tuin. In
mijn tuin staat een flinke boom die gewoonlijk veel schaduw geeft, maar nu is het winter en
schijnt de zon gewoon naar binnen. Omdat het zondag is staat de televisie aan op een
sportzender. Zoals iedere zondag ben ik lang in bed gebleven. Straks moet ik mijn huiswerk
maken, want morgen is er gewoon school.