-je kunt verschillende instructievormen benoemen.-je hebt geoefend met coöperatieve en competitieve werkvormen.
-je weet wat een leerlingvolgsysteem en de functie hiervan inhoudt .
-je kunt een voorbeeld noemen van een leerlingvolgsysteem
-je kunt aangeven hoe je kunt evalueren en welke instrumenten je hiervoor kunt gebruiken.