Kunnen uitleggen hoe niet mengbare vloeistoffen kunnen mengen. Kunnen uitleggen wat pH is.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
2.5 Cosmetica
Doel:
Kunnen uitleggen hoe niet mengbare vloeistoffen kunnen mengen. Kunnen uitleggen wat pH is.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Emulsie
Om een emulsie langer gemengd te houden, wordt een emulgator toegevoegd. Bijvoorbeeld: eigeel in mayonaise, afwasmiddel voor vette pan.
Slide 3 - Tekstslide
Emulsie
Emulsie: Een vloeistof lost niet op (mengt niet) in een oplosmiddel. Bijvoorbeeld: olie in water, melk.
Kenmerken: Troebel (= het tegenovergestelde van helder) meestal gekleurd Na verloop van tijd scheid de emulsie zich in verschillendelagen.
Slide 4 - Tekstslide
Hydrofiel en Hydrofoob
Hydro = water fiel = houden van foob = bang voor
Dus: Hydrofiel = houden van water Hydrofoob = bang voor water
Slide 5 - Tekstslide
Hydrofiel/Hydrofoob
De hydrofobe staart gaat makkelijk in het vet (olie) en de hydrofiele kop mengt makkelijk met water. Hierdoor zorgt een emulgator ervoor dat olie en water kunnen mengen (voor een tijdje).
Slide 6 - Tekstslide
Wat is zuur ?
Een zure oplossing smaakt zuur en kan bijtend voelen op je huid. De zuurgraad (pH-waarde) geeft aan hoe zuur een oplossing is. Zuur: pH < 7
Slide 7 - Tekstslide
Wat is basisch?
Een basische oplossing smaakt zeepachtig en voelt glibberig.
Basisch is het tegenovergestelde van zuur.
Base: pH > 7
Slide 8 - Tekstslide
Wat is neutraal ?
Een neutrale oplossing is niet zuur en niet basisch. Een neutrale oplossing is niet schadelijk.
Een oplossing met een te lage pH (zuur) of met een te hoge pH(base) hebben een bijtende werking en tasten je huid aan.
Slide 9 - Tekstslide
PH Meten
De pH kun je meten met pH-papier. Dit papier verkleurd afhankelijk van de pH-waarde. In het papier zit een indicator die verkleurd. Een indicator is een stof waarmee je andere stof kunt aantonen.
Slide 10 - Tekstslide
Maak de volgende opdrachten: Lees HS2.5 (blz. 60-62) Maak de vragen 38 t/m 46 (blz. 62-63)
Slide 11 - Tekstslide
Zure oplossingen horen bij een...................
A
pH groter dan 7
B
pH kleiner dan 7
C
pH is 7
Slide 12 - Quizvraag
Welke stof is agressiever?
A
zeep (pH=9,5)
B
ovenreiniger (pH=13)
Slide 13 - Quizvraag
Bij het meten van de pH kleurt het universele pH papier blauw. Welke pH heeft de stof ongeveer?