In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nederlands H2A
Clementine Spaans
cspaans02@lentiz.nl
Slide 1 - Tekstslide
Wat doen we in deze les?
Klas LessonUp (code h2a )
uitleg over het vak Nederlands dit jaar
Start met een opdracht over nieuwe taal
Voorlezen?
Slide 2 - Tekstslide
Nederlands
3 lesuren
SO's en repetities
1 boektoets
1 boekverslag (eigen keuze)
Slide 3 - Tekstslide
Taal blz. 94
Opdracht 1
Slide 4 - Tekstslide
Boeken lezen
Boek 1: Het Achterhuis van Anne Frank
Je krijgt hier een boektoets over.
Slide 5 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Huiswerkcontrole
Begrippen herhalen
Opdracht 2 maken
Voorlezen
Slide 6 - Tekstslide
Hoe ziet jouw schrift er tot nu toe uit?
Slide 7 - Tekstslide
Ik ken nu de betekenis van .... begrippen (blz. 94)
5
4
3
2
1
0
Slide 8 - Poll
Sociolect
A
Informele mengtaal die vooral door jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden op school en op straat gesproken wordt en die sterk afwijkt van de standaardtaal.
B
Taalvariant die afwijkt van de standaardtaal en die gebruikt wordt door een bepaalde sociale groep.
C
Nieuwe taal, bedacht door schrijvers van fictie.
D
Nieuwgevormd woord in een bestaande taal, bijvoorbeeld:
kijkfile, ramptoerisme en plofkip
Slide 9 - Quizvraag
Jongerentaal
A
Informele mengtaal die vooral door jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden op school en op straat gesproken wordt en die sterk afwijkt van de standaardtaal.
B
Sociolect dat door jongeren gebruikt wordt.
C
Nieuwe taal, bedacht door schrijvers van fictie.
D
Nieuwgevormd woord in een bestaande taal, bijvoorbeeld:
kijkfile, ramptoerisme en plofkip
Slide 10 - Quizvraag
Straattaal
A
Informele mengtaal die vooral door jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden op school en op straat gesproken wordt en die sterk afwijkt van de standaardtaal.
B
Nieuwe taal, bedacht door schrijvers van fictie
C
Taalvariant die afwijkt van de standaardtaal en die gebruikt wordt door een bepaalde sociale groep.
D
Nieuwgevormd woord in een bestaande taal, bijvoorbeeld:
kijkfile, ramptoerisme en plofkip
Slide 11 - Quizvraag
Fantasietaal
A
Nieuwe taal, bedacht door schrijvers van fictie.
B
Nieuwgevormd woord in een bestaande taal, bijvoorbeeld:
kijkfile, ramptoerisme, plofkip.
Slide 12 - Quizvraag
Neologisme
A
Nieuwe taal, bedacht door schrijvers van fictie.
B
Nieuwgevormd woord in een bestaande taal, bijvoorbeeld:
kijkfile, ramptoerisme, plofkip.