Fictie 3.1. mavo havo 1

timer
10:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Fictie

Slide 2 - Tekstslide

Karakterontwikkeling

Slide 3 - Tekstslide

Wat is karakterontwikkeling?

Slide 4 - Open vraag

Karakterontwikkeling:
Als een personage verandert in een verhaal doordat hij of zij dingen meemaakt.

Vaak verandert alleen de hoofdpersoon in een verhaal.

Slide 5 - Tekstslide

3 vragen. Overleg met je buurman of -vrouw.



1. Noem de hoofdpersoon van een boek/film/serie die je hebt gelezen of gezien.

2. Noem een karaktereigenschap van de hoofdpersoon.

3. En is sprake van karakterontwikkeling bij de hoofdpersoon? 

Slide 6 - Tekstslide

Ga naar 3.1 Fictie, blz 134

opdracht 1

klassikaal

Slide 7 - Tekstslide

Fictie
Verzonnen verhalen

Slide 8 - Tekstslide

Realistische fictie

Niet-realistische fictie


Slide 9 - Tekstslide

Wat is een genre?
  • Categorie
  • Tot een genre behoren boeken met een aantal gemeenschappelijke kenmerken
  • Bijvoorbeeld: oorlog, liefde, historie (geschiedenis)

Slide 10 - Tekstslide

Verhaalsoorten/genre

Slide 11 - Tekstslide

genre?
genre?

Slide 12 - Tekstslide

genre?
genre?

Slide 13 - Tekstslide

Personages
*hoofdpersoon
*bijpersonen

Slide 14 - Tekstslide

Spanningsvragen
'Hoe gaat het verhaal verder?'
'Wat zal er met de hoofdpersoon gebeuren?'
'Hoe zal het verhaal eindigen?'

Slide 15 - Tekstslide

Spanningsvragen 
Een schrijver zorgt in zijn tekst dat er dingen gebeuren waar je meer van wilt weten. Hij/zij wilt dat je doorleest. De gebeurtenissen roepen vragen bij je op, waar je antwoord op wilt krijgen. Het antwoord krijg je alleen, als je verder leest. deze vragen noemen we ‘spanningsvragen’.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe maakt een schrijver een verhaal spannend?
  1. Geheim of raadsel
2. Spannende/griezelige omgeving, geluiden en personen.
3. Gevaarlijke situaties
4. Uitstellen van het onthullen van het geheim of raadsel.
5. Je krijgt een vermoeden over de afloop, maar klopt dit vermoeden ook?
6. Onverwachte gebeurtenis
7. Cliffhanger

Slide 17 - Tekstslide

perspectief
  1. Ik-perspectief
  2. Hij/zij-perspectief
  3. Wisselend perspectief

Slide 18 - Tekstslide

Welke beoordelingswoorden ken jij?

Slide 19 - Woordweb

Beoordelingswoorden
Als je je mening moet geven over een verhaal, boek of film gebruik je beoordelingswoorden.
spannend - saai
leerzaam - niet leerzaam
grappig - droevig
zet me aan het denken - doet me niets 
kinderachtig - voor mijn leeftijd
moeilijk - makkelijk
vlot verteld - langdradig

Slide 20 - Tekstslide