Standaardtaal: de als norm erkende taal die algemeen bruikbaar is in alle belangrijke
sectoren van het openbare leven, zoals de overheid, het onderwijs en de media
(taalnorm).
Dialect: een streekgebonden variatie binnen een taalgebied met eigen klanken,
woorden en grammaticaregels. Je kunt hierin alles uitdrukken dat je kunt uitdrukken
in de standaardtaal.
Accent: uitspraakvariant van een taal.