Dialecten en standaardtaal

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- 10 minuten lezen;
- uitleg over dialecten en standaardtaal
- zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
- Je ontwikkelt een waardering voor taalvariatie. 
- Je weet hoe het Standaardnederlands is ontstaan.
- Je begrijpt het verschil tussen een accent en een dialect. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Vragen 
- Spreek jij een dialect?
- Dialecten zijn fout Nederlands. Eens of oneens?
- Als ik dialect spreek, denken mensen dat ik dom ben. Eens of oneens?
- Mensen die geen dialect spreken zijn meestal slimmer. Eens of oneens. 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf voor elk filmpje de antwoorden op in je map:
- Wat valt je op qua woordgebruik en klanken?
- Welk gevoel geeft het fragment jou?
- Heb je vooroordelen?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Theorie
Standaardtaal: de als norm erkende taal die algemeen bruikbaar is in alle belangrijke
sectoren van het openbare leven, zoals de overheid, het onderwijs en de media
(taalnorm).
Dialect: een streekgebonden variatie binnen een taalgebied met eigen klanken,
woorden en grammaticaregels. Je kunt hierin alles uitdrukken dat je kunt uitdrukken
in de standaardtaal.
Accent: uitspraakvariant van een taal.

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Je gaat aan het werk met de werkdoelen van deze week:
  1. Begrippen begrijpen 
  2. Hoe moet ik het doen?

Slide 11 - Tekstslide

Doelen
- Je ontwikkelt een waardering voor taalvariatie. 
- Je weet hoe het Standaardnederlands is ontstaan.
- Je begrijpt het verschil tussen een accent en een dialect. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Planning
- 10 minuten lezen
- Opdracht dialecten
- zelfstandig werken

Slide 14 - Tekstslide

Doelen
- Je ontwikkelt een waardering voor taalvariatie. 
- Je weet hoe het Standaardnederlands is ontstaan.
- Je begrijpt het verschil tussen een accent en een dialect. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

Opdracht
- Je krijgt een opdracht 
- Je schrijft de antwoorden op in je map
- Je werkt in tweetallen
- tien minuten de tijd
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Doelen
- Je ontwikkelt een waardering voor taalvariatie. 
- Je weet hoe het Standaardnederlands is ontstaan.
- Je begrijpt het verschil tussen een accent en een dialect. 

Slide 21 - Tekstslide