les 6 klimaten en onderwijsleergesprek 2024-2025

les 9 klimaten en onderwijsleergesprek 
Aardrijkskunde 
voltijd 1 
2024-2025
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

les 9 klimaten en onderwijsleergesprek 
Aardrijkskunde 
voltijd 1 
2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet periode 3 eruit?
  • Tijdens de lessen actieve inzet bij onder andere onderwijsleergesprek (OLG)
  • bijeenkomst 6 + 7 OLG --------stageopdracht in periode 4
  • bijeenkomst 8, 9 + 10 --------- stageopdracht een goede aardrijkskunde les
  • Je zelf ontworpen les ga je uitvoeren in je stage. Je les inclusief beeldvormers, je eigen reflectie en de feedback van je mentor lever je in op Gradework,                                                              in de toetsweek van periode 3.  
  • voortgangstoets zaakvakken 22 april 2025
  • 55 % in jaar 1
  • 70% in jaar 2

Slide 2 - Tekstslide

Op de pabo moet je je kennis en inzicht op de acht hoofdthema’s aantonen via een met geschiedenis en natuur en techniek geïntegreerde voortgangstoets. In pabo 1 moet je minimaal 55% goed hebben. Deze toets krijg je weer in pabo 2 (70% goed), zodat de kennis echt automatiseert. De toets vindt plaats in de toetsweek van periode 3, de herkansing in periode 4. Op Its staat een informatiedocument om je op deze toets zelfstandig voor te bereiden. Tijdens de colleges komen verschillende thema’s wel aan bod, als voorbeelden om de vakdidactiek te oefenen.
Stage
In periode 3 en 4 zijn er twee stageopdrachten:
Ee goede aardrijkskundeles
Het onderwijsleergesprek
Deze opdrachten bereiden we voor tijdens de bijeenkomsten. Het “beoordelen” van deze opdrachten doet je mentor, door te bekijken of ze voldoen aan de criteria (“Wanneer is het goed”) en dan de stageopdracht af te tekenen.
lesdoelen 
Je kunt:
  • aangeven wanneer je kiest voor een onderwijsleergesprek (OLG) en waar je aan moet denken bij het gebruiken ervan in een les
  • een onderwijsleergesprek (OLG) ontwerpen
  • via een pijldiagram fysisch-geografische processen via oorzaken en gevolgen verklaren

Je activeert jouw inhoudelijke kennis rondom klimaten en bijbehorende landschappen.




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
steppeklimaat
B
savanneklimaat
C
woestijnklimaat
D
landklimaat

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk klimaat ?
A
steppeklimaat
B
savanneklimaat
C
gematigd zeeklimaat
D
landklimaat

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk klimaat ?
A
toendraklimaat
B
gematigd zeeklimaat
C
savanneklimaat
D
landklimaat

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk klimaat ?
A
tropisch regenwoud klimaat
B
savanneklimaat
C
gematigd zeeklimaat
D
landklimaat

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk klimaat ?
A
landklimaat
B
hooggebergteklimaat
C
toendraklimaat
D
poolklimaat

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk klimaat ?
A
landklimaat
B
hooggebergteklimaat
C
toendraklimaat
D
poolklimaat

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk klimaat ?
A
landklimaat
B
hooggebergteklimaat
C
toendraklimaat
D
poolklimaat

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk klimaat ?
A
landklimaat
B
steppeklimaat
C
savanneklimaat
D
woestijnklimaat

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

klimaatgrafieken 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het onderwijsleergesprek 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

didactische observatievragen
  • Welke opbouw/fases zie je in het gesprek?
  • Wat doet de docent? En wat doet ze niet?
  • Wat voor soort beeldvormers worden ingezet?
  • Wat is het lesdoel op leerkrachtniveau?


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt het steeds kouder als je vanaf de evenaar naar de polen loopt? 
Hoe kan er, op hetzelfde moment, een temperatuurverschil van soms wel 100 graden zijn tussen één van de polen en de Sahara?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opbouw onderwijsleergesprek
1. Motiverende opening
Verras met (een) beeldvormers
Prikkelende hoofdvraag en beeldvormer(s)
Beeldvormer moet relatie hebben met lesdoel
Let op: Geen filmpje of ppt Wel: voorwerp, geluid, foto/tekening…
2. Doel en regels 
Lesdoel (leerkrachtniveau)
Lesverloop
Spelregels voor de interactie: Uitleggen en consequent hanteren van gespreksregels


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vervolg opbouw onderwijsleergesprek​
3. Kern
Interactie
Prikkelende (open) vragen: Hoe zullen de mensen daar naar hun werk gaan? Waarom is het op de polen veel kouder dan op de evenaar?
Tussen leerkracht en leerlingen en tussen leerlingen 
"Wat denk jij, vind jij dat ook, wie ziet nog een andere mogelijkheid….?"
LSD
Kleine (demonstratie)activiteiten/proefjes om zelf ontdekken te bevorderen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende lesdoelen
Wat was het lesdoel op leerling/student niveau?
Wat was het lesdoel op leerkrachtniveau? 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel op leerkrachtniveau 
Aan het eind kunnen de studenten mondeling uitleggen dat de polen kouder zijn dan de evenaar omdat....
  • zonnestralen zelf niet warm zijn, maar lichtenergie bevatten
  • warmte ontstaat doordat lichtenergie wordt omgezet in warmte-energie als het botst met massa (land, maar ook water of gasdeeltjes/moleculen): wrijving.
  • de zonnestralen schuin op de polen terecht komen, bereiken ze een veel groter stuk land dan in de Sahara met loodrechtstand. Hierdoor komt er minder energie per km2 aan en ontstaat er minder warmte.
  • de afstand van zonnestralen door de dampkring naar de polen langer is dan naar de Sahara, komen ze meer gasdeeltjes tegen, waardoor er meer energie al in de dampkring wordt afgegeven en dus minder energie op het pooloppervlak aankomt.
  • de polen ijs en sneeuw bevatten dat wit is wordt er meer lichtenergie weerkaatst/gereflecteerd dan in de woestijn met zand en steenkleuren.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijldiagram
  • Zonne-energie = lichtenergie               warmte-energie door wrijving met massa/moleculen              aarde warmt op vanaf aardoppervlak en beetje dampkring
  • Loodrechtstand evenaar              schuine stand polen                minder energie per km2  en minder energie door langere weg dampkring = lagere temperatuur
  • Lagere temperatuur = ijs en sneeuw                reflectie = nog lagere temperatuur



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijldiagram niveau dieper
  • Zonnestraal                            lichtenergie, geen warmte = koud
  • Lichtenergie                         door wrijving/botsing met moleculen(vast, vloeibaar of gas) gaat deze trillen                        trillende moleculen geven warmte af                           temperatuur op aarde ontstaat vanaf aardoppervlak en beetje in dampkring
  • Zonnestraal loodrecht op evenaar                          geconcentreerder, dus meer warmtevorming dan zonnestraal op pool                      door schuine stand wordt zonnestraal over veel groter oppervlakte verspreid                         minder warmte per km2
  • Zonnestraal verliest al energie in dampkring door botsing met gasdeeltjes                       langere de weg door de dampkring                  meer botsingen met gasdeeltjes                       minder lichtenergie die aankomt op de polen
  • Lagere temperatuur op polen                         groot deel van het jaar onder 0 Celsius                i         ijs en sneeuw                           meer reflectie                                  minder instraling                            nog lagere temperatuur 
  • Gasdeeltjes blijven op bepaalde hoogte zweven door zwaartekracht tussen deeltje en aarde
                                    hoe hoger, hoe minder gasdeeltjes                           hoe kouder



Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wees alert op misconcepten 
  • Zonnestralen zijn warm
  niet waar: ze bevatten lichtenergie, geen warmte-energie
  • Verschil in temperatuur komt doordat polen verder af liggen van de zon
   verwaarloosbaar: de zon ligt op 150 miljoen km afstand, het verschil tussen zon/evenaar
   en zon/polen is “slechts” enkele duizenden km’s en verklaart niet het temperatuurverschil. Dat
   komt door het verschil in afstand van de zonnestraal door de dampkring (dampkring is 90 km dik).
  • Gasdeeltjes bevatten geen massa, dus daar ontstaat geen warmte
   niet waar: gasdeeltjes zijn ook gewoon moleculen die bij botsing met zonnestraal
   lichtenergie omzetten in warmte-energie, alleen zijn er veel minder dan bij vaste
   stof, waardoor de warmteontwikkeling het grootst is bij vaste stof




Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol van de leerkacht
Regisseur:

  • LSD: luisteren - strategisch samenvatten - doorvragen
  • Bij doorvragen alleen denkvragen stellen
  • Laat niet blijken of antwoorden goed of fout zijn, maar een nieuwe denkvraag stellen waar dat uit blijkt
  • Ontdekkende beeldvormers ter ondersteuning achter de hand
  • geen uitleg/instructie geven!!!



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol van de leerlingen
  • Samen zorgen dat iedereen het kan uitleggen
  • Door samen te brainstormen
  • Veilige sfeer waar het niet om goed of fout gaat
  • Iedere gedachte is vaak nuttig (ook als het toch niet zo blijkt te zijn)
  • Elkaar helpen 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wel/ wanneer geen OLG?
  • Fysische processen (bv. endogene en exogene krachten, klimaatfactoren)
  • Kaartvaardigheid: hulpmiddelen(legenda, windroos, symbolen)
  • Demonstratie: voorspellen

Wanneer niet:

  • Feiten die niet te herleiden zijn
  • Bv. Religies, culturen, bestaanssectoren, topografie


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

klimaatfactoren
Landen op dezelfde breedtegraad hebben hetzelfde klimaat….echter is dit niet altijd het geval. Wanneer iets afwijkt zijn er andere factoren aanwezig! ​

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de belangrijkste factoren die het klimaat op aarde bepalen?

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatfactoren​
  1. Breedteligging
  2. Ligging ten opzichte van land/zee
  3. Zeestromen en windstromen
  4. Hoogteligging
  5. Ligging van gebergten / reliëf

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breedteligging

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging ten opzichte van land/zee

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeestromen 
windsystemen 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoogteligging ​

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ligging gebergten / reliëf

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

klimaten in je boek 
 ​

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf een OLG! Stagekaart periode 4 
Interessante vragen en onderwerpen aardrijkskunde:
Voor aardrijkskunde zijn met name de fysische onderwerpen geschikt voor een onderwijsleergesprek, waar duidelijke oorzaken en gevolgen zijn.
Veel onderwerpen kun je in meerdere groepen doen, je let op dat je daarbij goed kiest voor een  voorbeeldlocatie en de denkstappen die je kinderen laat maken. 
Hoe jonger de kinderen hoe kleiner de stapjes, herkenbaarder de beeldvormers en hoe meer het echt laten ervaren door kleine proefjes belangrijk is. Voor groep 3,4 kun je vaak beter een natuuronderwerp kiezen, maar dit hangt ook van de beginsituatie en interesse van een klas af. Aardrijkskundige onderwerpen kunnen dus wel in groep 3,4. In groep 5,6 is de voorbeeldlocatie Nederland, in groep 7 en 8 Europa/wereld.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding les 7 
Tijdens deze bijeenkomst ga je je stageopdracht OLG verder voorbereiden. Je brengt de oorzaak met gevolgen in kaart via een pijldiagram en zet deze om in een lesdoel op leerkrachtniveau.

1 Je bedenkt een prikkelende hoofdvraag met beeldvormer (1 wat en waar: waarnemen).
2 Vervolgens ga je het gesprek voorbereiden. Hiervoor maak je eerst een pijldiagram waarin je de oorzaak en gevolgen achter elkaar zet. Bij iedere pijl bedenk je vervolgens een denkvraag met ondersteunende en uitlokkende beeldvormers (waarom daar: verklaren).
3 Tot slot bedenk je een verwerking, waarin hetgeen ontdekt tijdens het OLG wordt herhaald door de kinderen zelf en verbreed: eerst de oorzaken en gevolgen generaliseren en daarna kijken waar dit dan nog meer kan plaatsvinden in onze woonplaats/Nederland/de wereld: stap 3 generaliseren en herkennen: waar nog meer.
Je ontwerp hoef je niet in te leveren, het is een stageopdracht die je in periode 4 uitvoert (mag ook in periode 3) en die je mentor beoordeelt. Als je wilt kun je wel je docent nog om feedback vragen, ook in periode 4. Spreek met je docent af hoe je dit kan doen
Succes!








Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies