Om de Franse Revolutie goed te begrijpen moet je de filosofische achtergrond begrijpen:
De Verlichting
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wetenschap bevorderd
Ratio gebruiken (geen blind vertrouwen op de kerk en de koning)
Verlichting
Denkstroming, met het hoogtepunt in de 18e eeuw, waarbij het gebruik van het menselijk verstand centraal staat
Slide 6 - Tekstslide
De Verlichting
vanaf ±1700
Denkstroming in de 18e eeuw waarin geloof en absolutisme plaats moesten maken voor Verstand (rede & ratio), vrijheid en gelijkheid.
Ontstond in de westerse landen
De aanhangers waren positivistisch en vonden dat ze door rationeel na te denken de wereld konden verbeteren.
Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Al deze ideeën werden in de 18e-eeuwse maatschappij niet goed ontvangen: eerder met afschuw en ongeloof.
Slide 9 - Tekstslide
John Locke
Alle mensen worden vrij en gelijk geboren. Iedereen bezit dezelfde grondrechten, zoals het recht op vrijheid, leven en bezit. Het is de taak van de koning was om deze rechten te bewaken.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Rousseau
De Fransman Jean-Jacques Rousseau ging nog een stap verder. Hij vond dat het volk de macht moest hebben. Dit was alleen mogelijk als de democratie zou worden ingevoerd.
Slide 12 - Tekstslide
Montesquieu
Bedenker van de Driemachtenleer
= De trias politica
Scheiding van het bestuur in drie machten: de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Basis van de het bestuur in de Nederlandse grondwet
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Lezen & Maken
6.3.3 Wie heeft de macht en moet dat zo blijven?
Tijd voor een verhaal: Licht op de Verlichting
In stilte
Huiswerk voor morgen. Klaar? Inleveren en nakijken