Talent 3.1 Fictie

Goedemorgen!
We gaan vandaag aan de slag met fictie. 
Eerst ga je 10 minuten stillezen in je eigen boek.
timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
We gaan vandaag aan de slag met fictie. 
Eerst ga je 10 minuten stillezen in je eigen boek.
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Voorstellen
Lobke Timmerman
Docent NT2
Getrouwd, 3 kinderen
Amsterdam Zuid-Oost

Slide 2 - Tekstslide

Fictie?

Slide 3 - Tekstslide

chronologisch

Slide 4 - Tekstslide

leerdoelen
  • Ik weet wat een chronologisch en een niet-chronologisch verhaal is.
  • Ik weet wat een voorgeschiedenis bij een verhaal is. 

Slide 5 - Tekstslide

Tijd
Chronologisch:
De schrijver vertelt het verhaal in de volgorde waarin het verhaal is gebeurd.
Voorgeschiedenis:
Begint in het midden van het verhaal en vertelt pas later wat daarvoor gebeurd is.
Niet-chronologisch:
De schrijver begint bijna bij de afloop en vertelt in de rest van het boek wat er daarvoor is gebeurd.

Slide 6 - Tekstslide

Opdrachten 3.1
Gezamenlijk tekst 1 lezen
Opdracht 2
Opdracht 4
Opdracht 6
Opdracht 7




Slide 7 - Tekstslide

Opdrachten 3.1
Gezamenlijk tekst 1 lezen
Opdracht 2 (alleen, in stilte, 5 minuten)
Opdracht 4
Opdracht 6
Opdracht 7




Slide 8 - Tekstslide

Opdrachten 3.1
Gezamenlijk tekst 1 lezen
Opdracht 2 
Opdracht 4 (alleen, in stilte, 2 minuten)
Opdracht 6
Opdracht 7




Slide 9 - Tekstslide

Een verhaal wordt op volgorde verteld van begin tot eind.
Dit is een chronologisch verhaal.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met een chronologisch verhaal?
A
Een logisch verhaal, gebaseerd op de realiteit.
B
Een verhaal dat wordt verteld in de volgorde zoals de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden.
C
Een heel grappig verhaal, zonder enige logica.
D
Een verhaal waarin de gebeurtenissen in niet-logische volgorde worden verteld.

Slide 11 - Quizvraag

Een chronologisch verhaal kan tijdssprongen bevatten
A
Niet waar
B
Waar

Slide 12 - Quizvraag

Dit kan in een niet-chronologisch verhaal voorkomen. Er kunnen meer antwoorden goed zijn.
A
Flashback
B
Flashforward
C
Vooruitverwijzing
D
Terugverwijzing

Slide 13 - Quizvraag

Ik weet het verschil tussen een chronologisch en een niet-chronologisch verhaal.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll