Verpleegkundige diagnose stellen en doelen formuleren

Verpleegdoelen opstellen en verpleegkundige diagnose formuleren
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Verpleegdoelen opstellen en verpleegkundige diagnose formuleren

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
1
2
3
4
5
6
Verzamelen van
 informatie
formuleren van zorgproblemen
bepalen van doelen
actie
 plannen
Uitvoeren van de activiteiten + observeren
Evalueren + rapporteren

Slide 2 - Sleepvraag

"Het stellen van doelen" is fase 3 in het verpleegkundige proces.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn potentiële verpleegproblemen?
A
Verpleegproblemen die op dit moment zichtbaar en actueel zijn
B
Verpleegproblemen geformuleerd volgens de PES structuur
C
Verpleegproblemen die de verpleegkundige op basis van deskundigheid in de toekomst verwacht.

Slide 5 - Quizvraag

Waar staat de P in PES voor?
A
Verpleegproblemen als uitgangspunt voor de zorg.
B
Etiologie omvat de oorzakelijke factoren
C
Symptomen en klachten
D
alle drie de antwoorden zijn onjuist

Slide 6 - Quizvraag

timer
1:00
verhoogde gevoeligheid in verband met kleinere vochtreserve en afgenomen dorstprikkel
P
E
S
Vochttekort
droge huid & slijmvliezen
ontoereikende orale vochtopname

Slide 7 - Sleepvraag

P: Mw Klasen heeft diabetes
E: Transpireert en begint te beven
S: Mw raakt snel in een hypo.
Is dit juist of onjuist geformuleerd?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

TIP bij formuleren van de PES
Stap 1: S ->Welke symptomen zie je
Stap 2: P ->Wat is het (verpleeg)probleem of welke probleem ontstaat?
Stap 3: E ->Wat is de oorzaak?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een doel?

Slide 10 - Open vraag

Doel
Een doel is een gewenste situatie, iets dat je uiteindelijk graag wilt of hoopt te bereiken

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wie stelt de verpleegdoelen op?
A
de patiënt
B
de verpleegkundige
C
de patiënt met de verpleegkundige
D
de hoofdbehandelaar

Slide 14 - Quizvraag

Bij het stellen van een doel dient de diagnose als uitgangspunt.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

wat is een voorbeeld van een zorgvraag?
A
Mw. P is niet in staat zelfstandig naar het toilet te gaan
B
Mw P heeft teveel pijn aan haar rug
C
Mw P heeft een trombosebeen
D
Mw P wil ondersteuning bij de adl

Slide 16 - Quizvraag

Zorgdoel RUMBA
Zorgdoel:
Mw Peeters is, over 1 week, met ondersteuning van de VP, in staat naar het toilet te gaan

Slide 17 - Tekstslide

Binnen (tijd) kan (zorgvrager), (concreet gedrag)





Na 2 weken kan meneer Janssen zelfstandig zijn bloedsuiker meten

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

welk hulpmiddel kun je gebruiken voor het maken van een verpleegdoel?
A
Coëlho
B
Vademecum
C
Carpenito
D
Stappen van Bakker

Slide 20 - Quizvraag

De meetbaarheid van een doel wordt beschreven in het gedrag van de verpleegkundige
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Welk hulpmiddel gebruik je om een zorgdoel te formuleren
A
RUMBA
B
PES
C
SMART
D
SOAP

Slide 22 - Quizvraag

Waar staat RUMBA voor?
Hulpmiddel voor het formuleren van doelen
Relevant, Understandable, Measurable, Behavioral, Attainable
R = relevant
U = begrijpelijk
M = meetbaar
B = in termen van gedrag
A = haalbaar
Voorbeeld RUMBA doel: Mevrouw Dijkers kan zich binnen 8 weken met behulp van een rollator binnenshuis zelfstandig verplaatsen. 

Slide 23 - Tekstslide



Welk van onderstaande verpleegdoelen is juist geformuleerd?


A
Kevin eet binnen een week zijn maaltijd
B
Monique oefent met lopen drie maal per week onder beleiding van de fysiotherapie
C
Monique loopt over een week zelfstandig met hulp van haar rollator naar de recreatieruimte
D
Dhr. Storm is over een week niet meer agressief

Slide 24 - Quizvraag

Wie stelt de verpleegdoelen op?
A
de patiënt
B
de verpleegkundige
C
de patiënt met de verpleegkundige
D
de hoofdbehandelaar

Slide 25 - Quizvraag

Mevrouw Van Zeist geeft aan dat ze problemen heeft met haar ontlasting. Ze heeft één keer per week ontlasting en vindt dit zelf te weinig. De verpleegkundige diagnose ‘obstipatie’ is vastgesteld.
Welk verpleegdoel (RUMBA!) kun je opstellen

Slide 26 - Open vraag

Mw. de Vries 84 jaar weduwe. Mw. wordt s ’nachts veel wakker, moet hoesten, door benauwdheid passend bij de COPD waardoor mw. zich overdag niet uitgerust voelt.
Formuleer en PES en een RUMBA bij de casus
timer
2:00

Slide 27 - Open vraag

Antwoord
P: Mw. wordt ’s nachts vaak wakker
E: Mogelijk door hoesten, benauwdheid passend bij COPD
S: Mw. geeft aan zich overdag niet uitgerust te voelen
Doel
Mw de Vries slaapt s’nachts minimaal 5 uur achtereen en valt snel weer in slaap na een hoestbui.

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Wat is een verpleegkundige interventie?

Slide 33 - Open vraag

Wat is het nut van een verpleegplan?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide