HACCP en voorraadbeheer

HACCP staat voor...?
A
Hazard Analysis and Critical Control Points
B
Hazard and Critical Control Points
C
Hazard Analysis and Control Check Points
D
Hazard and Control Check Points
1 / 32
volgende
Slide 1: Quizvraag
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

HACCP staat voor...?
A
Hazard Analysis and Critical Control Points
B
Hazard and Critical Control Points
C
Hazard Analysis and Control Check Points
D
Hazard and Control Check Points

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie geldt HACCP?
A
Restaurants
B
Alle bedrijven
C
Voor alle voedselverstrekkende bedrijven
D
Winkelbedrijven

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

HACCP is een norm. Voor wat?
A
veilig omgaan met voedsel
B
veilig omgaan met schoonmaakmiddelen
C
veilig omgaan met geld
D
veilig omgaan met goederen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

HACCP is
A
bedrijfskledingprotocol
B
houdbaarheidsrichtlijn
C
handenwas protocol
D
hygiënecode

Slide 4 - Quizvraag

waar kan het fout gaan w.b. voedselbereiding:
houdbaarheidsdatum
temperatuur levensmiddleen
hygiëneregels (muts, handen wassen)
Waar staat de volgende afkorting voor:

NVWA
A
Nederlandse Vervuiling Winkel Arbeid
B
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit
C
Nederlandse Voedsel en Arbeidskrachten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de goede antwoorden bij de begrippen. 
Handen wassen, haren vast, sieraden af. 
rechte rug, door de knieen, niet te lang hetzelfde doen. 
Platte en dichte schoenen. Blusser in de buurt. 
Veiligheid 
Hygiëne 
Ergonomisch werken

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

NVWA
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit
Hoort niet bij NVWA
Controle op hygiëne voedselproductie
Toegangbeleid club of discotheek
Controle op apparatuur waarmee gewerkt wordt in horeca 
Omstandigheden bereiding maaltijden

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

hygiene 
bacterien 
schimmel 
schoon en netjes
witte of groene draadjes 
kleine beestjes die het eten bederven

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wondjes dienen afgedekt te worden met . . . . .. . . .. . ...
A
gekleurde water afstotende pleister
B
schone en hygiënische kleding
C
een normale pleister
D
linnen doekjes

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

36. Welke functie van bedrijfskleding hoort niet in het rijtje thuis?
A
Herkenningsfunctie
B
Hygiënische functie
C
Concurrerende functie
D
Veiligheidsfunctie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het dragen van bedrijfskleding in de keuken heeft als functie
A
Dat iedereen er hetzelfde uitziet
B
Het staat leuk
C
Veiligheid, hygiëne, uitstraling en herkenning
D
horecakleding promoten

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het grootste voordeel van het dragen van bedrijfskleding?
A
Voorkomen dat kleding niet representatief is
B
Voorkomen van verschillen
C
Grote herkenbaarheid voor bezoekers

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kruisbesmetting?
A
Besmetting van het ene product op het andere
B
Een vieze snijplank
C
Een vies mes
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kruisbesmetting ontstaat als je:
A
De juiste snijplanken gebruikt.
B
De handen wast.
C
bacteriën van het ene op het andere product
D
Schone bedrijfskleding aan hebt.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

38. Vul het ontbrekende woord in.

.....................ontstaat wanneer je voedsel eet wat besmet is met bacteriën die giftige stoffen hebben uitgescheiden.

A
Voedselbederf
B
Voedselinfectie
C
Voedselvergiftiging

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedselbederf wordt veroorzaakt door………….
A
De hoeveelheid conserveringsmiddelen
B
De hoeveelheid E-nummers
C
De hoeveelheid micro-organismen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

NVWA
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit
Hoort niet bij NVWA
Controle op hygiëne voedselproductie
Toegangbeleid club of discotheek
Controle op apparatuur waarmee gewerkt wordt in horeca 
Omstandigheden bereiding maaltijden

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat krijg je van de leverancier bij je bestelling geleverd?
A
Voorraadlijst
B
Bestellijst
C
Leveringsbon
D
Pakbon

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een risico van teveel bestellen?
A
Dat je nee verkoopt aan een klant.
B
Dat de producent het niet kan leveren.
C
Het kost meer ruimte voor opslag.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jaralt bestelt 8 dozen alcoholvrij bier, met een inhoud van 24 flessen bier per doos. Wat is de besteleenheid van dit product?
A
1
B
8
C
24

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Factuur
Pakbon
Controlelijst grondstoffen

betaalcondities

registratie afwijkingen

Omschrijving bewaarcondities, bij binnenkomst

prijs product

registratie temperatuur controle

juiste hoeveelheden bij binnenkomst

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent nee-verkoop?
A
Producten opnieuw bestellen
B
Producten niet op voorraad hebben
C
Producten weigeren te verkopen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel graden voor bevroren producten
A
-15 tot -18
B
15 tot 18
C
-2 tot -4
D
-10 tot -12

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de stand van de koelkast
A
tussen de 3 en 4 graden
B
tussen de 4 en 6 graden
C
tussen de 0 en 2 graden
D
-5 graden

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


T.H.T.

(sleep de producten met een THT datum naar dit vak)

T.G.T.

(sleep de producten met een THT datum naar dit vak)

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend GFT?
A
Geel fruit en tomaten
B
Groen fruit en tuin
C
Gras, fruit en tuin
D
Groente, fruit en tuin

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is klein chemisch afval?
A
Koelkast, droger
B
Computer, laptop
C
Batterijen, lampen, oude verf
D
Tv, magnetron

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend afval scheiden?
A
Alle afval in 1 prullenbak gooien
B
Afval op de straat gooien
C
Het afval niet in 1 vuilnisbak doen
D
Alle afval in de glasbak gooien

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groen afval
plastic afval
Klein chemisch Afval
Glas afval
rest afval
Sleepvraag

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

10. Voor wat voor product gebruiken we deze snijplank ?
A
Kip en gevogelte
B
Rood vlees
C
Gebraden vlees
D
Varkens vlees

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9. Waarom gebruik je verschillende kleuren snijplanken?
A
Ziet er leuk uit
B
Zodat je kan onthouden welke snijplank je gebruikt hebt
C
Voor zoveel mogelijk afwas
D
Om kruisbesmetting te voorkomen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De NVWA controleert op:
A
Hoe lekker het eten is
B
Of je de regels goed naleeft
C
Hoe de uitstraling van het eten is
D
Hoe gezellig het restaurant eruit ziet

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies