In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Thema 2 Planten
Basisstof 3 Bestuiving
Slide 1 - Tekstslide
Doelen basisstof 3
Aan het einde van de les.
1. Benoem je wat bestuiving is. 2. Benoem je de verschillen tussen wind en insecten bloemen 3. Weet je het verschil tussen zelfbestuiving en kruisbestuiving
Slide 2 - Tekstslide
Meeldraden kunnen stuifmeel maken.
Bestuiving = Stuifmeel op de stamper van een bloem
Dit stuifmeel moet van dezelfde plantensoort zijn.
Bestuiving kan op 2 manieren
Slide 3 - Tekstslide
Insectenbloemen:
- Waar insecten zorgen voor de bestuiving.
- Hebben grote, opvallende bladeren.
Windbloemen:
- Waarbij de wind zorgt voor bestuiving.
- Vaak klein en onopvallend gekleurd.
Slide 4 - Tekstslide
Kenmerken van insectenbloemen
-Grote bloemen
-Opvallend gekleurde kroonbladeren
-Hebben een geur
- De meeldraden zitten in de bloem
-De stempels zijn klein
-Maken weining stuifmeel
Slide 5 - Tekstslide
Kenmerken van windbloemen
-Kleine bloemen
-Groene bloemen
-Hebben geen geur
-De meeldraden hangen buiten de bloem
-De stempels zijn groot
-Maken veel stuifmeel
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
Hoe noemen we het als stuifmeelkorrels op de stempel terecht komen?
A
bestuiving
B
bevruchting
Slide 9 - Quizvraag
Bij bestuiving komt stuifmeel op .... van een bloem
A
Het vruchtbeginsel
B
De kroonbladeren
C
De stijl
D
De stempel
Slide 10 - Quizvraag
Als er stuifmeel van een kersenboom op de stempel van een pruimenboom komt, heet dat bestuiving.
A
Goed
B
Fout
Slide 11 - Quizvraag
Een bij brengt stuifmeel over zoals met de pijlen is aangegeven. Welke pijl of pijlen geven bestuiving aan?
A
Alleen 1
B
Zowel 1 en 2
C
Alleen 2
D
Zowel 1 en 3
Slide 12 - Quizvraag
Hebben windbloemen veel of weinig stuifmeel?
A
weinig
B
veel
Slide 13 - Quizvraag
1. Insectenbloemen hebben grote stempels om het stuifmeel op te vangen. 2. Windbloemen hebben kroonbladeren die onopvallend groen zijn.
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar
2 nietwaar
D
1 nietwaar
2 waar
Slide 14 - Quizvraag
waaraan herken je windbloemen
A
ze hebben groene bloemen met een lekkere geur
B
ze hebben meeldraden en stampers die ver uit de bloem steken
C
ze hebben mooie gekleurde bloemen met een lekkere geur
D
weet ik niet
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de functie van opvallend gekleurde bloemen.