a. dus, daarom, kortom, concluderend, etc.
b. als ... dan, tenzij, mits etc.
c. bijvoorbeeld, zo, zoals etc.
d. (net) als, groter dan, zoals, etc.
e. vroeger, vervolgens, 1922 etc.
f. opdat, zodat, door middel van etc.
g. kortom, samengevat, met andere woorden, etc.
h. omdat, daarom, want, dankzij, etc.
i. doordat, daardoor, dankzij, etc.
j. ten eerste, ook, verder, bovendien, ook. etc.
k. maar, tegenover, toch, aan de ene kant, etc.
l. ook al, weliswaar, desondanks, etc.