In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Vandaag
Nakijken H5
Uitleg H6
Aan de slag
Terugblik
Slide 1 - Tekstslide
Nakijken
Kijk je eigen werk na.
De antwoorden vind je in magister.
Besteed ongeveer 5 minuten aan nakijken.
Slide 2 - Tekstslide
Ik vind dat ik mijn huiswerk ...
Ik ben erg blij met hoe ik mijn huiswerk heb gemaakt
Ik ben blij met hoe ik mijn huiswerk heb gemaakt
Ik ben niet zo blij met hoe ik mijn huiswerk heb gemaakt
Ik ben helemaal niet blij met hoe ik mijn huiswerk heb gemaakt
Ik heb geen huiswerk gemaakt
Slide 3 - Poll
Hoeveel van de vragen uit opdracht 3 en 4 had jij goed?
14-11
10-8
7-5
5-0
Ik had geen huiswerk gemaakt.
Slide 4 - Poll
Hoofdstuk 6 Lezen:
Tekst en publiek
Slide 5 - Tekstslide
Doel
Aan het eind van deze les kan je vaststellen wat het publiek/de doelgroep van een tekst is.
Slide 6 - Tekstslide
Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?
Slide 7 - Woordweb
Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?
Slide 8 - Woordweb
Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?
Slide 9 - Woordweb
Lezen H6 - Tekst en publiek
Een schrijver schrijft zijn tekst voor een bepaald publiek. Dit kan jong of oud zijn, maar ook gericht op amusement of om je iets te leren.
Je kunt aan verschillende dingen zien voor welke lezers een tekst bedoeld is:
het onderwerp
de bron
het taalgebruik
de lay-out
Slide 10 - Tekstslide
Lezen H6 - Tekst en publiek
Het onderwerp
Aan het onderwerp van een tekst kun je vaak zien voor wie de tekst geschreven is. Zo is een tekst over internetkosten vaak geschreven voor volwassenen en een tekst over de nieuwste schooltassen voor jongeren.
De bron
Er zijn bladen en websites gericht op vrouwen (Margriet), maar ook voor mannen (AutoWeek). Of bijvoorbeeld een tekst over sport is geschreven voor sportliefhebbers.
Slide 11 - Tekstslide
Lezen H6 - Tekst en publiek
Het taalgebruik
Een tekst voor jongeren heeft vaak korte zinnen en weinig moeilijke woorden. Een wetenschappelijke tekst juist het tegenovergestelde.
In teksten die bestemd zijn voor een specifiek publiek, lees je ook wel jargon - vaktaal.
Slide 12 - Tekstslide
Lezen H6 - Tekst en publiek
De lay-out
Je ziet vaak aan de illustraties, kleuren en koppen voor welk publiek een tekst of advertentie is geschreven.
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag
Maak opdracht 1 op blz. 163 van je boek
Klaar? Begin aan opdracht 2
10 minuten
Verlaat LessonUp niet!
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht 1
Tekst 1, Vertrek > Albanië
Tekst 2, Heimwee, kinderkwaal?
Tekst 3, Kom naar La Masia!
Tekst 4, Actie: Scheveningen
Tekst 5, Spelletjes voor buiten
Slide 15 - Tekstslide
Ik kan bepalen voor welk publiek een tekst geschreven is.
A
Ja, ik heb het leerdoel behaald.
B
Ik heb het leerdoel deels behaald.
C
Nee, ik heb het leerdoel nog niet behaald.
Slide 16 - Quizvraag
Heb je nog iets van mij nodig (extra uitleg/hulp bij de opdrachten)? Denk aan H4, H5 en H6