Onderschikkende voegwoorden – verbinden ongelijkwaardige delen: dat, zodat, omdat, doordat, als, daarom, hoewel, indien, toen etc.
Slide 24 - Tekstslide
even checken
Onderstaande zinnen zijn samengesteld. Bepaal:
hoe ze zijn samengesteld uitgedrukt in hz en bz
of ze nevenschikkend of onderschikkend zijn.
Noteer het bijbehorende voegwoord.
Slide 25 - Tekstslide
Het is regenachtig weer, maar ik ga toch fietsen.
Slide 26 - Open vraag
Omdat hij hem een belangrijke boodschap moet vertellen, wil de mentor Andy spreken.
Slide 27 - Open vraag
Ze wilde pas naar het feestje gaan, nadat ze had gegeten.
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Video
Bedrijvende en lijdende vorm
Naast het benoemen van hoofdzin, bijzin en bijstelling, kan je ook nog onderscheid maken tussen een lijdende vorm en een bedrijvende vorm. Die zegt iets over de vorm van de desbetreffende zin.
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Slide 34 - Video
Bedrijvende en lijdende vorm
uitleg video Hoofd-informatie
Een zin kan in de bedrijvende (= de actieve) of de lijdende (= de passieve) vorm staan. Als je naar de volgende zinnen kijkt zie je direct het verschil tussen de actieve en de passieve vorm:
- De vrienden spelen een spelletje --> actieve (= bedrijvende) vorm
- Een spelletje wordt gespeeld door de vrienden --> passieve (= lijdende) vorm
Slide 35 - Tekstslide
Bedrijvende en lijdende vorm
Een aantal belangrijke regels bij het omvormen van zinnen:
1 - Als een bedrijvende zin in de onvoltooide tijd staat (= nog niet voltooid, dus bijv. "ik loop ...), dan moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord worden gebruiken.
2 - Als een bedrijvende zin in de voltooide tijd staat (= wel voltooid (denk aan het voltooid deelwoord) dus bijv. "ik ben gelopen ...), dan moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord zijn gebruiken.
3 - Bij het omzetten van een zin naar de andere vorm moet de tijd van de zin altijd hetzelfde blijven.
Slide 36 - Tekstslide
regels toegepast
bedrijvend - de vrienden spelen het spelletje (onvoltooide tijd) lijdend - het spelletje wordt gespeeld door de vrienden
bedrijvend - de vrienden hebben het spelletje gespeeld (voltooide tijd) lijdend - het spelletje is gespeeld door de vrienden
bedrijvend - de vrienden zullen het spelletje spelen (onvoltooide tijd) lijdend - het spelletje zal door de vrienden gespeeld worden (tijd blijft hetzelfde met zal)
bedrijvend - de vrienden zouden het spelletje gespeeld hebben (voltooide tijd) lijdend - het spelletje zou door de vrienden gespeeld worden (tijd blijft hetzelfde met zou)
Slide 37 - Tekstslide
aan de slag: waarmee?
Leesvaardigheid quiz:
goede score? Geen zorgen, maandag uitgeslapen zijn en toets maken.
geen goede score? Ga oefenen, gebruik lesmethode of cambiumned.