H2: nakijken 7 en 8, herhalen pv, wwg en ond, huiswerk maken

- Bespreken opdr. 7 en 8 (Fictie H2)
- Herhalen pv, wwg en ond
- Huiswerk maken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Bespreken opdr. 7 en 8 (Fictie H2)
- Herhalen pv, wwg en ond
- Huiswerk maken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Poëzie:

- Je kunt vier manieren noemen waarop een schrijver een tekst bijzonder kan maken.


Grammatica:

- Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden.

- Je kunt het werkwoordelijk gezegde en onderwerp benoemen.

- Je kunt een gesplitst werkwoord herkennen.

- Je kunt een werkwoordelijk gezegde met 'te' benoemen.


Slide 2 - Tekstslide

Nakijken opdr. 7 (blz. 69)
  • 1 Het gedicht heeft versregels en strofes. Ook bevat het rijm (Bijvoorbeeld: straten – verlaten, land – hand, onbekend – bent, strelen – spelen, blauw – jou, gewend – bent)
  • De hoofdpersoon loopt aan de hand van zijn of haar moeder.
  • Over de hoofdpersoon wordt gezegd: ‘Niemand ziet hoe klein je bent.’
  • De hoofdpersoon wil het liefst rustig kunnen spelen.
  • 3 Dit gedicht gaat over oorlog. Er wordt verteld over kapotgeschoten straten en geweld. Er wordt ook gesproken over de vrede die er aankomt (‘Morgen zal het vrede zijn’).

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken opdr. 7 (blz. 69)
  • 4 a Een schaap en een wolf zijn vijanden.
  • 4 b De dichter wil op deze manier het gevoel van onveiligheid, gevaar en angst van de hoofdpersoon extra benadrukken.
  • 5 En niemand ziet hoe klein je bent. Niemand ziet hoe klein je bent (regel 19 en 20). 
  • 6 a Winter en lente. Grijs en blauw.
  • 6 b Na sombere, minder goede tijden komen betere tijden.

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken opdr. 7 (blz. 69)
  • 7 De oorlog mag dan afgelopen zijn, de herinneringen raak je misschien niet kwijt.
  • 8 De ogen van de hoofdpersoon hebben verschrikkelijke dingen gezien.
  • 9 De wereld hoort een speeltuin te zijn, waarin kinderen kunnen spelen, kind kunnen zijn, zich veilig voelen.
  • 10 Eigen antwoord.

Slide 5 - Tekstslide

Fragment Wat zou je doen?

Voor sommige kinderen zal er nooit meer een morgen zijn

Hoe zou je het vinden als je dagen vol zorgen zijn?

Je bent zo jong en klein, het doet enorm pijn

Het hartje van een kind is zo breekbaar als porselein

Dus neem nou de tijd om dit even te horen

Want als wij niks doen, dan is hun leven verloren

Iedereen heeft recht op een eerlijk leven

En ze kunnen nog zo veel op deze wereld beleven

Kom we geven ze een kans en bieden ze hulp

Hou je koppie omhoog en kruip niet in je schulp


Slide 6 - Tekstslide

Nakijken opdr. 8 (blz. 70 - 71)
4 Welke kenmerken vind je terug in de tekst van Ali B?
5 Waarom rijmen rapteksten, denk je?
8 Wat zou je doen als je nog maar een dag te leven had?

Slide 7 - Tekstslide

Neem de zinsdelen over en vul aan:
- pv
- wwg
- ond

Slide 8 - Open vraag

Herhalen pv, wwg en ond

Persoonsvorm:

De tijd- of getalproef uitvoeren (geen vraagzin!)


Werkwoordelijk gezegde: 

Alle werkwoorden in de zin (+ te + splitswerkwoorden) - ook de pv


Onderwerp

Wie / wat + werkwoordelijk gezegde?


Slide 9 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Slide 12 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Hoeveel geld heb jij gespaard?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
Hoeveel geld heb jij gespaard?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Hoeveel geld heb jij gespaard?

Slide 15 - Open vraag

Extra uitleg werkwoordelijk gezegde
Soms kan een werkwoord zich opsplitsen:
Opmaken              Ik maak me op.
Vasthouden         Hij houdt het pakje stevig vast.
Opeten                  Mark eet Mikes frikadellenbroodje op.

Hoe moet je bovenstaande zinnen ontleden?
Pv = alleen het werkwoord dat verandert
Wwg = alle werkwoorden (pv + alle ww+ splitswerkwoord + te)

Slide 16 - Tekstslide

Extra uitleg werkwoordelijk gezegde
Als het werkwoord 'te' of 'aan het' voor een werkwoord staat, neem je dit ook mee in je werkwoordelijk gezegde.

Lars lag heerlijk te slapen.
Timo is de voetbal aan het poetsen.
Sophie zit een hartje te tekenen.

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opdracht 1 en 3 t/m 5
(blz. 72 - 75).

Slide 18 - Tekstslide