Les 2 De wandelaar- leesclubvragen (titel en gedicht)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Titelverklaring  

De titel De wandelaar heeft iets met het thema te maken. 

Soms kan de titel naar een persoon wijzen, of de belangrijkste plaats of gebeurtenis. 

Naar wie of wat verwijst de titel?

Verwijzing 

De titel van de roman herinnert aan het gedicht van Martinus Nijhoff uit zijn debuutbundel De wandelaar.

In hoeverre vind je Mulder lijken
op de wandelaar uit het gedicht?

Noem een overeenkomst
tussen Mulder en de wandelaar
uit het gedicht.

Leesopdracht 

Lees de eerste stofe van het gedicht De wandelaar op de volgende slide. 

"Mijn eenzaam leven wandelt in de straten"
Wat valt je op aan deze zin?

"Mijn eenzaam leven wandelt in de straten"

Wat doet de ik-figuur als hij zoiets zegt?

1. Hij beschouwt (bekijkt) zichzelf van een afstand.
2. Hij kijkt naar zichzelf en ziet zichzelf wandelen.
3. A en B zijn allebei goed.

"Er stroomt geen bloed meer door mijn dode handen/
Stil heeft mijn hart de daden sterven laten. "

Wat heeft de ik-figuur gedaan?

"Er stroomt geen bloed meer door mijn dode handen/
Stil heeft mijn hart de daden sterven laten. "

Welk antwoord is goed?

1. Hij leeft niet meer actief (voorbeeld hij werkt niet meer) .
2. Hij is overleden.

Leesopdracht 

Lees de vijfde stofe van het gedicht De wandelaar op de volgende slide. 

Wat kun je zeggen dat de ik-figuur heeft gedaan?

Personageprofiel 

Beantwoord deze vraag voor je personageprofiel:

In hoeverre redt de hond Mulder (de wandelaar) van zijn eenzaamheid?