Mening en argument

Welkom V3A
Leg je Zakkie, boek, pen en papier op tafel. 
Bord
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom V3A
Leg je Zakkie, boek, pen en papier op tafel. 
Bord

Slide 1 - Tekstslide

H. 3 Mening en argumenten
Je leert hoe je meningen en argumenten onderscheidt

Slide 2 - Tekstslide

Betoog: doel is de lezer overtuigen. 
Mening/standpunt/conclusie: hoe je ergens over denkt.
Argumenten: ondersteunen standpunt.
- want, omdat, doordat
Feitelijke uitspraak: je kunt vaststellen of die waar is of niet. 
Niet-feitelijke uitspraak: je kunt niet vaststellen of die waar of niet is. 

Slide 3 - Tekstslide

Je moet snel die tickets kopen, de concerten van Ed Sheeran zijn namelijk altijd snel uitverkocht.
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt

Slide 4 - Quizvraag

Ik vind het belangrijk om weinig vlees te eten, omdat ik het idee heb dat veeteelt slecht is voor het milieu.
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt

Slide 5 - Quizvraag

Stilzitten is ongezond, dus bij een blokuur zou iedereen tussendoor een rondje moeten lopen.
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt

Slide 6 - Quizvraag

Het aantal calorieën in een Snickers is 321.

A
feitelijk
B
niet-feitelijk

Slide 7 - Quizvraag

Nederlands is niet zo moeilijk.
A
feitelijk
B
niet-feitelijk

Slide 8 - Quizvraag

Sporten is gezond.
A
feitelijk
B
niet-feitelijk

Slide 9 - Quizvraag

Overleg alleen fluisterend. 

Maak opdracht 4 (blz. 18) en 5 (blz. 19). 
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Stelling: 
Elke Nederlander moet vanaf 16 jaar jaarlijks minimaal één dag vrijwilligerswerk doen

1. Lees het argument van diegene naast je. 
2. Reageer op het argument.
3. Breng een nieuw argument in.
Je mag alleen schrijven en verder niet overleggen. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide