LES 1: Start H2 Nederland

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Ga op je goede plek zitten; 
       Leg je laptop, werkboek, leerboek, etui op tafel
       Jas uit over de stoel en je tas op de grond; 
       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas; 
      
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
  • Hoe ging de toets? 
  • Start periode 2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
  • ken je kenmerken van de stad; 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Hoe ging de toets?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de toets?
Makkelijk
Moeilijk
Normaal

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat past bij jou?
Ik heb hard geleerd
Ik heb een beetje geleerd
Ik heb niet geleerd

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat past bij jou?
Ik heb een voldoende
Ik heb een onvoldoende

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Periode 2
Wat gaan we doen?

  • We behandelen hoofdstuk 2, 6 en 8
  • Het gaat over Nederland, de EU, Europa en Turkije

Slide 9 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Wat weet je over Nederland?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij "de stad"?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video


Kijkvragen! 

Waarom wonen mensen in Nederland op verschillende plekken?

Waarom is er op de ene plek in Nederland meer ruimte dan op de andere plek?

Welke verschillen tussen wijken in Utrecht zijn er en waarom?

Welke overeenkomsten tussen wijken in Utrecht zijn er en waarom?

In welke wijk in Utrecht zou jij het liefst willen wonen?


H2.1: De stad 
Mensen zoeken graag de gezelligheid op en wonen bij elkaar. Dit noem je een nederzetting (een plaats waar mensen wonen) 
 
- Een kleine nederzetting= een dorp; 
- Een grote nederzetting= een stad; 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor verschillen ken je tussen een dorp en een stad?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Dorp

Weinig inwoners; 
Laagbouw;
Veel groen; 
Minder voorzieningen


Voorziening= bedrijf/ instelling waar je naartoe gaat om een product/ dienst te halen, die je nodig hebt om te leven
Stad

Veel inwoners;
Hoogbouw;
Minder groen;
Meer voorzieningen= 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor voorziening gebruik jij dagelijks?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

H2.1: Het ontstaan van steden 
De meeste steden zijn in de Middeleeuwen ontstaan als marktplaatsen op handelswegen. Deze kun je herkennen aan de stadsmuur en/of een gracht.

Later ontstonden steden bij fabrieken. Veel werknemers, makkelijk vervoer van de grondstoffen. Vaak liggen deze aan een spoorlijn of een kanaal. 

Soms kunnen steden ook uit de grond getrapt worden. Wanneer er bijvoorbeeld veel vraag naar huizen zijn en waar plotseling ruimte vrij komt, zoals de polders.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
  1. Doe je werkboek open op bladzijde 24
  2. Gebruik hierbij je leerboek bladzijde 22 en 23
  3. Maak de opdrachten op bladzijde 24 (WB) 1 tot en met 4



Klaar: maak een samenvatting van paragraaf 2.1 (blz. 24 en 25 LB) 
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H2.1: De opbouw van steden 
Binnenstad= nog goed herkenbaar aan oude gebouwen, kerken en smalle straatjes. 
Stadscentrum= deel waar veel winkels/ restaurants/ kantoren etc. zijn. Vaak in de buurt bij een station en parkeergarages. 
Woonwijken=  zijn verdeeld in buurten. 
Bedrijventerreinen= verschillende bedrijven die bij elkaar liggen, vaak aan grote snelwegen of spoorlijnen. Bedrijven als kantoren en fabrieken, maar ook autozaken of meubelwinkels.

Een stad die overloopt in een andere stad, die dus eigenlijk aan elkaar gegroeid zijn, noem je een agglomeratie 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordzoeker
De begrippen staan in de woordzoeker.
De betekenis moet je opzoeken in de begrippenlijst, om erachter te komen welk begrip je zoekt.

Je mag in je tweetal werken.
Klaar= de begrippen en betekenissen opschrijven
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Wat heb je geleerd?

Slide 24 - Tekstslide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
BEGRIPPEN UIT DEZE LES
Nederzetting
Dorp
Stad
Agglomeratie
Voorzieningen
Binnenstad
Stadscentrum
Woonwijk
Bedrijventerrein

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies