Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1HVc - herhaling H6 Formuleren
Welkom
Vandaag: herhaling H5 + H6 Formuleren
Dinsdag: herhaling woordenschat + formuleren
Woensdag: toets!
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
21 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom
Vandaag: herhaling H5 + H6 Formuleren
Dinsdag: herhaling woordenschat + formuleren
Woensdag: toets!
Slide 1 - Tekstslide
Aan het eind van deze les ....
...kun je lastige verwijswoorden correct gebruiken.
Slide 2 - Tekstslide
Trappen van vergelijking
Josefiens broer gaat vaker naar de film als/dan zij/haar.
Patricia kan lang niet zo goed hockeyen als/dan ik/mij.
Slide 3 - Tekstslide
Welk verwijswoord?
1. Het boek ..... ik gekocht heb, is heel spannend.
2. Josefien is mijn beste vriendin. Ik zie ... wel vijf keer per week.
3. ..... meisje .... geselecteerd is voor de wedstrijd, is mijn nichtje.
Slide 4 - Tekstslide
Lastige verwijswoorden
hen of hun?
dat of wat?
waar + voorzetsel of wie + voorzetsel?
Slide 5 - Tekstslide
Programma
Uitleg lastige verwijswoorden: dat/wat en waarmee/met wie
terugkijken op 'hen' en 'hun'
bespreken huiswerk
Slide 6 - Tekstslide
Hen of hun?
Hun
als het mw. vw is
zonder
voorzetsel
Ik geef Piet en Klaas een cadeau. Ik geef
hun (m.vw, zonder vz)
een cadeau.
Slide 7 - Tekstslide
Hen
gebruik je als het:
lijd. vw
is, of
meew. vw met 'aan' of 'voor
' of
na een voorzetsel.
als lv: Ik zie hen (lv) namelijk morgen.
mw. vw met vz: Ik geef een cadeau
aan hen (aan=vz)
.
na vz: Ik ga
met
hen naar de bioscoop.
Slide 8 - Tekstslide
Hen: als het lijd. vw is OF na elk voorzetsel
Hun: als het mw. vw is zonder voorzetsel
Als mijn ouders me ophalen, dan heb ik vaak geen zin om met .... mee te gaan.
Ik heb veel vrienden. Ik stuur .... allemaal een uitnodiging voor mijn feest.
Rosa en Lisette kwamen me ophalen. Ik ken .... al sinds de basisschool.
Ik schrijf met .... een boek.
Slide 9 - Tekstslide
welke vraag heb je nog over het verschil tussen 'hen' en 'hun'?
Slide 10 - Tekstslide
Lastige verwijswoorden: Wat of dat?
Dat:
na een het-woord:
het huis
dat
ik zie,
het meisje
dat
daar loopt
Wat:
na 'dat' of 'datgene':
dat
wat
jij ziet, is mooi
na 'alles', 'niets', 'iets' en 'het enige'
alles
wat
je ziet, is wit
Iets wat je goed gedaan hebt, is leesvaardigheid
Slide 11 - Tekstslide
Lastige verwijswoorden: Wat of dat?
Wat:
na een overtreffende trap (zonder zelfstandig naamwoord!)
het leukste
wat
je kan doen, is zwemmen.
maar...Het leukste spelletje dat je kan doen, is zwerkbal.
ook komt 'wat' na een hele zin:
Het reizen naar Spanje in coronatijd met de vrienden is goed gegaan,
wat
we niet verwacht hadden.
Slide 12 - Tekstslide
Wat of dat?
Breakdancen is het enige .... hij graag doet.
Dit jaar gaan we weer naar Frankrijk op vakantie, .... ik erg leuk vind.
Het mooiste ..... ik ooit gezien heb in Rome is de Sint-Pieter.
Het spannendste boek ..... hij kent, is Oorlogswinter.
Slide 13 - Tekstslide
Waarover of over wie?
Waarmee of met wie?
waar/daar + vz:
dieren, planten en dingen
voorzetsel + wie:
mensen
Vertellen over:
Het boek
waarover
je vertelde, heb ik zelf ook gelezen.
De vriendin
over wie
ik je vertelde, is verhuisd.
Samenwerken met:
De klasgenoot
met wie
ik graag samenwerk, heet Manja.
Discussiëren over:
De oorlog,
waarover
veel gediscussieerd wordt, woedt nog.
Slide 14 - Tekstslide
waar/daar + vz: dieren, planten en dingen
voorzetsel + wie: mensen
Dat is mijn teamgenoot, ........... ik ook in de klas zit.
Dat is mijn fiets, ....... ik naar school kom.
Mijn oma, ...... ik veel appjes stuur, heeft ook Instagram.
Slide 15 - Tekstslide
Welke vragen heb je nog over deze verwijswoorden?
Slide 16 - Tekstslide
Bespreken huiswerk
Opdracht 4 op bladzijde 183
Slide 17 - Tekstslide
1 Toen de bloemen al snel
hun
blaadjes lieten vallen, hebben we
ze
teruggebracht.
2 John speelt het liefst op de gitaar
die
hij heeft geërfd van
zijn
oom uit Canada.
3 De directie heeft gisteren
haar
besluit genomen en
ze
wil
het
niet heroverwegen.
4 Het paard
dat
daar loopt, heeft
zijn
voorbeen hard gestoten aan een hindernis.
5 Als de politie niet versterkt wordt, kan
ze
straks
haar
taken niet meer uitvoeren.
6 Doordat het team
zijn
uiterste best deed, heeft
het
de finale nipt gewonnen.
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag
Begin met leren van:
- Woordenschat H3 + H4 (zie ook de woordenlijsten!)
- Formuleren H5 + H6
Slide 19 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Opdr. 1, 2 en 4 pagina 182-183
timer
15:00
Slide 20 - Tekstslide
Laatste check...! hen/hun
Ik geef het huiswerk terug aan ......
Ik geef .... het cadeautje.
Ik informeer .... altijd op tijd als ze een toets hebben.
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
25 - 29 03 2022 formuleren H6_lastige verwijswrd
Maart 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
20 05 2021 form. H6 lastige verwijswoorden
Mei 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
17 01 23 Lastige verwijswoorden H6 formuleren
Januari 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
B1 reg NN6e §Formuleren lastige verwijswoorden
17 dagen geleden
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Formuleren H5 + H6
Mei 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Formuleren H6
Maart 2022
- Les met
12 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Formuleren H6
Maart 2021
- Les met
19 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Formuleren H6
Mei 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1