Thema 2 les 3 2223

Thema 2:Natuur en Techniek les 3
 Stageopdracht 1. Onderzoekend leren in de kleine kring
Stageopdracht 2. Ontwerpend spelen; probleem in de grote kring
Stageopdracht 3; Ontwerpen spelen; werken met materialen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur en TechniekHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 140 min

Onderdelen in deze les

Thema 2:Natuur en Techniek les 3
 Stageopdracht 1. Onderzoekend leren in de kleine kring
Stageopdracht 2. Ontwerpend spelen; probleem in de grote kring
Stageopdracht 3; Ontwerpen spelen; werken met materialen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 6.1 Bloemen

www quiz; bloemen 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dovenetel
paardenbloem
madeliefje
brandnetel

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wist je datjes

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

 1; Toetsvraag
Stageopdracht 1; vraaggesprek met een kleuter

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:33
Kun je in de spiegel iets achter je zien is een....
A
voorspellingsvraag
B
onderzoekbare vraag
C
verklaringsvraag
D
waarderingsvraag

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:19
Kun je de spiegel zo houden dat je me in de spiegel kan zien is een...
A
onderzoekbare vraag
B
verklaringsvraag
C
voorspellingsvraag
D
hoe heet dit... vraag

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:20
welke conclusie wil de student dat de kinderen trekken? (=kennisdoel)
A
als je in de spiegel kijkt dan zie je jezelf.
B
als je de spiegel draait dan zie je andere dingen.
C
als je in de spiegel kijkt dan kun je achter je kijken.
D
als je in de spiegel kijkt dan zie je alles andersom.

Slide 11 - Quizvraag

nabespreken; welk doel kies je en met welke vraag/ activiteit controleer je of je doel behaald is.

Slide 12 - Video

hoe werkt het spiegelbeeld als je in een holle lepel kijkt?
whiteboard

Onderzoekbare vragen
- zintuigvragen
- vergelijkingsvragen
- ordenvragen
- meetvragen
- wat gebeurt er als...-vragen
(= doen).


niet-onderzoekbare vragen
- verklaringsvragen
- hoe heet....-vragen
- opzoekvragen van feiten
- waarderingsvragen
Let op, want ook: 
- voorspellen: wat denk je dat.....(=denken)

Let op: vaak is er onderling een overlap !!!
waarnemingsvragen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stageopdracht
1) Verteller + luisteraars
Luisteraars; noteren zoveel mogelijk gegevens in de spiekbrief voor de toets.
2) Vergelijken en bespreken
3) Terugkoppeling

Slide 14 - Tekstslide

instructie in didactische route sharepoint

Slide 15 - Tekstslide

gewoon random een paar studenten de beurt geven. Als opening. welke materialen/ op welke plekken in lokaal/ onderwerpen. Thema van nu.
Veel materialen zijn geschikt om in te zetten voor natuur en techniek. 
Zelf materiaalvoorbeelden koppelen aan voorbeeldonderwerpen voor kleuters.
Je kunt natuur en techniek onderwerpen voor alle hoeken inzetten. In de bouwhoek gaan leerlingen aan de slag met technische principes. Door te starten met een ontwerpprobleem geef je een context waarbinnen gewerkt wordt, de fantasie wordt extra geprikkeld.

Slide 16 - Tekstslide

De dia's (vaktaal) komen overeen met de les van Onderwijskunde deze week. Alleen gekoppeld aan de vakinhoud van NT.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

in de begeleiding bij een ontdekhoek met biologische/ natuurkundige of technische onderwerpen, help je door de vragen in te zetten (les 1-3)
Ontwerpend spelen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Stageopdracht
Lees een verhaal voor.
Ontdek met de kinderen dat er een probleem is.
Formuleer een ontwerpvraag met HKJ
Voer het gesprek uit met een mindmap op het bord

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwerpvraag; HKJ

Slide 25 - Tekstslide

uitleggen wat een HKJ vraag is.

Slide 26 - Link

Door een prikkelend ontwerpprobleem te formuleren kun je de kleuters in de bouwhoek inspireren om met het beschikbare constructiemateriaal een oplossing te maken.
Projectteam; Ontwerpend spelen
1. Ontwerpprobleem herkennen in een prentenboek
2. Geschikte materialen selecteren voor verwerking in bouwhoek
3. Zelf voorbeeld voorbereiden
4. Tentoonstelling langs gekozen ontwerpproblemen en voorbeelden.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kiezen prentenboek
Pak nu je een prentenboek (of de titel) erbij.
Ieder voor zich
  • Waar gaat het verhaal over?
  • Welk ontwerpprobleem kun je hierbij bedenken?
  • Formuleer het probleem/ behoefte  in een ontwerpvraag (HKJ)?

Bepaal met elkaar 1 boek waar jullie mee verder willen gaan.
.

Slide 28 - Tekstslide

per 3-tal bespreken
Kiezen materiaal
Na het kiezen van 1 techniektoren leskist;
maak een prototype bij de ontwerpvraag

Eindigen met een rondleiding langs alle prototypes
Wat was de ontwerpvraag?
Wat kunnen de leerlingen leren over techniek?
Welke verschillende kanten kunnen ze uit met het materiaal?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Een fiets frame is een constructie.

Een constructie bestaat uit onderdelen en materialen.
Materialen zijn stoffen waarvan we iets kunnen maken.
Onderdelen zijn de verschillende delen waar een constructie uit bestaat.
Constructies

Slide 31 - Tekstslide

Eventueel laten zien als je wilt bespreken; wat kunnen kleuters leren over construeren. Wat moet jij als leerkracht daar vakinhoudelijk over weten.

een plaat glas of een plank is geen constructie; het moet uit onderdelen bestaan.
Constructie
Een constructie moet:
  • stevig zijn
  • sterk zijn
  • stabiel zijn

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een constructie stevig?
  • Een constructie moet sterk, licht en betrouwbaar zijn.  
  • Een constructie met driehoeken is stevig.                       Een driehoek is vormvast.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staal constructies 
Aan de buitenzijde zichtbare staal constructie, bekleed met glas

Slide 34 - Tekstslide

vierkanten met diagonaal= 2 driehoeken= vormvast
Stevigheid= krachten compenseren
Als op een constructie (brug, gebouw, ...) krachten werken moet de constructie die krachten kunnen compenseren, anders stort de constructie in.


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overspanning
Om een brug stevig te maken heb je stevige constructies. 
Twee voorbeelden van deze constructies zijn: een driehoeks-constructie en een boogconstructie.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bruggen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stabiel
Hoe breder de basis hoe steviger
Stabiel ???!!!

link
https://wikikids.nl/Constructie

Slide 38 - Tekstslide

De Euromast in cijfers
De van gewapend beton gemaakte toren heeft een diameter van 9 meter (binnen) en een wanddikte van 30 centimeter. De fundering bestaat uit 131 betonpalen. Hierop rust een blok gewapend beton van 1.900.000 kilo, als tegenwicht voor de bovengrondse constructie. Zo ligt het zwaartepunt onder de grond, voor maximale stabiliteit. 
Wolkenkrabber
* Fundering diep in de grond,
constructie ingeklemd in de grond (werkt als hefboom)

= Stabiele constructie

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vakinhoud; constructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies