Herhaling 2023

Herhaling 2023
Voorraadbeheer 
Thema 7
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 2023
Voorraadbeheer 
Thema 7

Slide 1 - Tekstslide

thema's 
niet te veel producten op voorraad
pakbon/bestelbon/orderbevestiging/ leverancier/transporteur
uvd
goederen
minimum voorraad
sku/barcode
inventariseren
fifo/lifo
administratieve en werkelijke voorraad
wms
maximale temperatuur koeling
voordeel/nadeel grote voorraad
koelkast of kast
open magazijn
verschil tgt tht

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

INVENTARISEREN
= tellen van de voorraad

WAAROM BELANGRIJK?
--> Stel systeem (WMS) telt 20 
pakken luiers (=administratieve 
voorraad), maar er liggen maar 5 in 
de kast (= werkelijke voorraad), dan klopt er iets niet.

WAAR KAN DAT AAN LIGGEN?

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken
  • Spullen op de verkeerde plek
  • er kan verkeerd geteld zijn
  • Vergeten om door te geven dat er spullen uit het magazijn zijn gehaald
  • Diefstal komt helaas ook voor

Slide 5 - Tekstslide

Inventariseren
ALS JE DE VOORRAAD TELT (INVENTARISEERT), dan let je ook op:
-Beschadigingen
-Kwaliteit van de goederen
-of ze op de juiste plaats staan in de winkel bijv.

Slide 6 - Tekstslide

BESTELLEN
-Wanneer de melk bijna op is bij kinderopvang 'Baloe', moeten ze op tijd melk bestellen, want er zit tijd tussen bestellen en leveren.

DAAROM BELANGRIJK OM EEN MINIMUM VOORRAAD te hebben. 
= de voorraad die je nodig hebt om de tijd van levering te overbruggen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

ORDERBEVESTIGING

Slide 9 - Tekstslide

BARCODE EN SKU


  • SKU (= SJKOE): is leesbaar door een mens
  • BARCODE: leesbaar door een machine

Slide 10 - Tekstslide

T.G.T.


TE GEBRUIKEN TOT
T.H.T.


TEN MINSTE HOUDBAAR TOT

Slide 11 - Tekstslide

UVD
Uiterste VerkoopDatum 
Goederen die over de datum zijn mag een winkel niet meer verkopen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Controle pakbon
Pakbon in doos of 
in envelop op de doos.
bestelbon of orderbevestiging nodig om te controleren.

Afwijkingen direct doorgeven aan je leidinggevende.
Melden bij de leverancier.
Zijn de goederen onbeschadigd?

Klopt de houdbaarheidsdatum?
Werken ze goed?

Zitten de juiste aantallen in de verpakking?

Zijn de juiste goederen geleverd?

Zijn alle onderdelen aanwezig? 

Slide 14 - Tekstslide

ONTVANGST
Je tekent voor ontvangst op de vrachtbrief als de leverancier de goederen heeft gebracht.

Wat doe je als er iets niet klopt? --> aantekening maken of goederen niet aannemen.

Slide 15 - Tekstslide

ONTVANGEN EN CONTROLEREN
Jan-Pieter ontvangt de bestelling van de leverancier en checkt deze. Dit is ook iets wat jij als helpende zou kunnen doen in een bedrijf. 

STEL: je hebt 5 dozen luiers besteld van het merk 'Pamper' en 7 dozen luiers van het merk 'Huggeys'. Bij levering kom je erachter dat je 12 dozen 'Pampers' hebt gekregen...

Slide 16 - Tekstslide

Vrachtbrief
Is gemaakt door de transporteur
DHL, PostNL of een andere pakketdienst 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

CONTROLE VRACHTBRIEF
Controleren met aanwezigheid chauffeur 
Als het niet klopt, weigeren.
In orde, tekenen voor ontvangst
Of een aantekening op de vrachtbrief en accepteren 

Slide 20 - Tekstslide

Opslaan
Voorraadkast 
Magazijn open of gesloten
Administratie bijhouden of diefstal

Slide 21 - Tekstslide

Fifo

First in, first out
Let op de datum!
Levensmiddelen die als eerste zijn binnen gekomen, moeten als eerste weer weg.

Lifo

Last in, last out 

Zware goederen niet onnodig verplaatsen

Slide 22 - Tekstslide

Opslagmethoden 
Sorteren op categorie 
Dozen stapelen en kleding ophangen

Slide 23 - Tekstslide

Bij het opslaan let je op:
Zet goederen niet op de vloer (kan nat worden)
Gebruik een stellingskast of pallet
Maak stapels niet te hoog
Zorg ervoor dat etiketten te lezen zijn
Houd het magazijn schoon en opgeruimd

Slide 24 - Tekstslide

Levensmiddelen
Levensmiddelen gaan in kwaliteit achteruit als je ze op de verkeerde manier bewaart.
Het eten van bedorven voedsel kan ervoor zorgen dat je ernstig ziek wordt .
Allerlei procedures voor (koel)transport 
Fifo 

Slide 25 - Tekstslide

Bij kamertemperatuur 
Droge goederen zoals:
Rijst, macaroni en spaghetti 
allerlei meelsoorten, soepen en sauzen in poedervorm 
gedroogde vruchten, zoals rozijnen en pruimen
koffie, thee en cacao
beschuit, koekjes en biscuits 

Slide 26 - Tekstslide

Tips
-Bewaar koffie en thee in goed afsluitbare bussen
- Bewaar zout en suiker goed droog
-Bewaar levensmiddelen in glas op een donkere plaats
-Bewaar levensmiddelen in blik droog

Slide 27 - Tekstslide

Koelkast max. 7 graden
-Rauw vlees, vleeswaren, gebak, kaas en eieren en gesneden groenten waar op staat 'koel bewaren'
-die je na openen koel moet bewaren
-Product dat in de winkel in de koeling ligt, bewaar je thuis ook in de koeling

Slide 28 - Tekstslide

Koeling 
Gekoelde opslagruimte waar je in kan lopen

Slide 29 - Tekstslide

Koeling 
Geen levensmiddelen in blik in de koelkast 
Ordelijk en overzichtelijk 
Zet geen goederen op de grond of tegen de want
Doe de deur dicht als je er weer uit gaat

Slide 30 - Tekstslide

Vriezer of het vriesvak
Hoelang je producten kan bewaren staat op de verpakking 
Zet geen warme producten in de vriezer

Slide 31 - Tekstslide

Op een ......... staat wat er in de verpakking zit
A
Pakbon
B
Bestelbon

Slide 32 - Quizvraag

Het overzicht van de bestelling van de klant, heet een
A
Pakbon
B
Orderbevestiging

Slide 33 - Quizvraag

Op een ..........staat een overzicht van goederen die besteld moeten worden.
A
Bestelbon
B
Pakbon

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een bestelbon en een orderbevestiging?
A
Een bestelbon vult de medewerker zelf in
B
Een bestelbon wordt door de leverancier ingevuld
C
Een orderbevestiging stuurt een medewerker naar de leverancier
D
Op een bestelbon staan de goederen die je gaat ontvangen

Slide 35 - Quizvraag

MEVROUW PIETERS WIL VANAVOND SPRUITEN ETEN, MAAR DE LIDL HEEFT GEEN SPRUITEN MEER. ZE KOOPT ZE BIJ DE AH.
WAT IS HIER AAN DE HAND?
A
TEVEEL VOORRAAD
B
TE WEINIG VOORRAAD
C
UVD IS VOORBIJ
D
ZE HEEFT NIET GOED NAAR T.H.T. GEKEKEN

Slide 36 - Quizvraag

Hoe noemen we artikelen zoals koffie, luiers, medicijnen die op voorraad liggen?
A
Producten
B
Spullen
C
Goederen
D
Dozen

Slide 37 - Quizvraag

Hoe noemen we het tellen van de voorraad ook wel?
A
Uitrekenen
B
Balansen
C
Verzamelen
D
Inventariseren

Slide 38 - Quizvraag

Op welke datum was de
minimumvoorraad
bereikt
bij dit bedrijf?
A
5 januari
B
1 februari
C
15 maart
D
1 maart

Slide 39 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een bestelbon en een orderbevestiging
A
Een bestelbon vul je zelf in
B
Een bestelbon wordt door de leverancier ingevuld
C
Een orderbevestiging stuur je zelf naar de leverancier
D
Op een bestelbon staan de goederen die je gaat ontvangen

Slide 40 - Quizvraag

Wat is een WMS?
A
online voorraadsysteem
B
een warenhuisverkoper
C
de supermarkt voorraad
D
een magazijnmedewerker

Slide 41 - Quizvraag

Augustine wil graag aardbeien eten, maar de LIDL heeft geen aardbeien meer. Hij koopt ze bij de AH.
WAT IS HIER AAN DE HAND BIJ DE LIDL?
A
TEVEEL VOORRAAD
B
TE WEINIG VOORRAAD
C
T.G.T IS VOORBIJ
D
HIJ HEEFT NIET GOED NAAR T.H.T. GEKEKEN

Slide 42 - Quizvraag

Waarom is het niet goed om teveel van een bepaald product op voorraad te hebben?
A
Producten kunnen bederven
B
Dan hebben mensen teveel keus
C
Omdat werknemers dan harder moeten werken
D
Kost ruimte en ruimte kost geld

Slide 43 - Quizvraag

Hoe noemen we het tellen van de voorraad ook wel?
A
Uitrekenen
B
Observeren
C
Verzamelen
D
Inventariseren

Slide 44 - Quizvraag

BARCODE

Slide 45 - Sleepvraag

Je kunt het product nog gebruiken na deze datum als het nog goed proeft/ruikt
Je kunt het product tot en met deze datum gebruiken

Slide 46 - Sleepvraag

DE UVD van het brood in de winkel staat op 25 september. Mag een winkel het brood nog verkopen op 26 september?
A
Ja
B
Nee

Slide 47 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een barcode en een SKU-code?
A
Barcode wordt gelezen door een mens, SKU door machine
B
Barcode wordt gelezen door een machine, SKU door een mens
C
Barcode is een cijfer/lettercode
D
SKU is alleen een cijfercode

Slide 48 - Quizvraag

T.G.T.
Te Gebruiken Tot wordt vooral gebruikt bij lang houdbare producten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 49 - Quizvraag

Producten met T.H.T. kunnen na de datum nog gegeten worden als je kijkt, ruikt, en proeft
A
Juist
B
Onjuist

Slide 50 - Quizvraag

Hoe noemen we het document waarmee je een levering kan controleren op volledigheid?
A
Orderbevestiging
B
Pakbon
C
Bestelbon
D
Kassabon

Slide 51 - Quizvraag

FIFO
LIFO

Slide 52 - Sleepvraag

Voorraadadministratie
Voorraadadministratie = bijhouden in een systeem welke goederen er op voorraad liggen

Bijgehouden in een WMS = warehouse management system. (digitaal systeem) Vertaling: Magazijn Management Systeem)

Dit systeem geeft een signaal wanneer er goederen bij besteld moeten worden


Slide 53 - Tekstslide