Par. 2.3 Machtige steden en staten

Wat weet je over Egypte?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je over Egypte?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen opschrijven
3. Waarom ontstonden de eerste schriftsoorten in Mesopotamië en Egypte?
4. Hoe ontstond de staat in Egypte?
5. Welke taken had de farao?

Klaar? Lees: "Boven- en beneden-Egypte" op blz. 28.
timer
5:00
Vorige les:
1. Wat is irrigatielandbouw?
2. Wat waren de gevolgen van irrigatielandbouw voor de Egyptische en Mesopotamische samenleving?  

Slide 2 - Tekstslide

Studiewijzer
09-09 Par. 1.1 Wat is geschiedenis?
12-09 Par. 2.1 De eerste mensen jager en verzamelen
16-09 Par. 2.1 De eerste mensen jager en verzamelen
19-09 Par. 2.2 De landbouwrevolutie
23-09 Par. 2.2 De landbouwrevolutie
26-09 SO par. 1.1, 2.1 en 2.2
30-09 Par. 2.3 Machtige steden en staten
03-10 Par. 2.3 Machtige steden en staten
07-10 Par. 2.4 Leven voor én na de dood
10-10 Par. 2.4 Leven voor én na de dood
14-10 Herheling / voorbereiding TWT
Toetsweek periode 1
Hoofdstuk 1 par. 1.1 + Hoofdstuk 2 par. 2.1 t/m 2.4

Slide 3 - Tekstslide

Programma
1. Huiswerk bespreken
2. Uitleg par. 2.3
3. Opdrachten maken en bespreken
4. Leerdoelen beantwoorden
5. Afsluiten

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk bespreken

Werkboek blz. 30 opdrachten 2, 3, 11 en 15. 

Slide 5 - Tekstslide

Landbouw begon in het Midden-Oosten 
(vruchtbare halve maan) rond 10.000 voor Christus.

Slide 6 - Tekstslide

Juweel van de Nijl
  • Een groene strook en daarbuiten woestijn.🐪☀️

  • Langs de rivier de Nijl in Egypte en langs de Tigris en de Eufraat in Mesopotamië (het huidige Irak) was de grond vruchtbaar voor landbouw. 

  • Boeren groeven kanaaltjes om het rivierwater van of naar hun akkers te leiden. 


 

Slide 7 - Tekstslide

Irrigatielandbouw
Elk jaar overstroomde de Nijl.
-> Regent in Ethiopië.🌧️

De Nijl overstroomt, zorgt voor vruchtbare slib. 🌿
-> Zwarte vruchtbare modder.
= Perfect voor landbouw.

Slide 8 - Tekstslide

Tigris en Eufraat
  • Elk jaar in oktober, vlak na de oogst, overstroomden de akkers net op het moment dat de boeren weer moesten zaaien.
  • Boeren probeerden hun akkers droog te houden met dammen en kanalen

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zorg je dat in de droge periode het water bij de akkers en het vee komt?

Slide 10 - Tekstslide

Irrigatielandbouw
Ze bouwden dijkjes en groeven kanalen langs de Nijl. 

-> Houdt het water tegen. 
-> Water komt bij de akkers.

Dit noem je irrigeren.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat waren de gevolgen van Irrigatielandbouw?

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen irrigatielandbouw:

- Samenwerking was nodig, ontwikkeling hiërarchie.🔺👨‍🌾👨‍🌾 
- Voedseloverschot --> bevolkingsgroei.🌾🍞🧑‍🤝‍🧑🧑‍🤝‍🧑
- Specialisatie: niet iedereen meer boer, ontwikkeling 
   ambachtslieden: schrijver, timmerman, smid, etc.⚒️
- Dorpen worden steden: landbouw-stedelijke samenleving. 👨‍🌾🏠
- Er was een belastingstelsel: inwoners betaalden belasting aan de elite. 
In steden wooden behalve boeren ook ambachtslieden, handelaren en kunstenaars. 

Slide 14 - Tekstslide

Vorige les...
Irrigatielandbouw
Gevolgen:
  • Samenwerking was nodig, ontwikkeling hiërarchie.
  • Voedseloverschot --> bevolkingsgroei.
  • Specialisatie: niet iedereen meer boer, ontwikkeling ambachtslieden: schrijver, timmerman, smid, etc.
  • Dorpen worden steden: landbouw-stedelijke samenleving.
  • Er was een belastingstelsel: inwoners betaalden belasting aan de elite

Slide 15 - Tekstslide

Spijkerschrift
In Mesopotamië:
  • Uruk had 10.000 inwoners. Al deze mensen werden gevoed dankzij irrigatielandbouw en de uitvinding van een soort ploeg. 

Slide 16 - Tekstslide

In Mesopotamië
  • De prister-koning bestuurde Uruk, hij was aangewezen door de goden. 

  • Ziggurat: toren met een tempel er bovenop waar de koning en priesters brachten offers aan de goden. 

  • Om de belastingopbrengsten, eigendomsbewijzen en wetten bij te houden gebruikten ze een kleitablet.  

Slide 17 - Tekstslide

spijkerschrift
  • Eerst waren er alleen symbolen voor getallen en eenvoudige woorden. 
  • Later werd het tekens die klanken voorstellen waarmee je woorden kunt maken. 

Slide 18 - Tekstslide

Het Rijk van Akkad
  • Eerst had elke stad een koning (Jisj, Eridu en Babylon). 
  • Het leger van een stad kon ook andere steden veroveren. 
  • In 2300 v.C. veroverde koning Sargon verschillende steden en stichtten het Rijk van Akkad. 

Slide 19 - Tekstslide

Nijldelta: Beneden-Egypte
Boven-Egypte
EGYPTE:
Narmer verenigde Egypte in 3100 v.C. tot één staat.
Land met duideljike grenzen en een eigen bestuur.

Slide 20 - Tekstslide

Egypte als één staat
Egypte werd een dynastie: koningen uit dezelfde familie die elkaar opvolgen.

Soms kwam een nieuwe dysnastie aan de macht.

Slide 21 - Tekstslide

De farao
  • Hij bepaalde de wetten en was opperbevelhebber van het leger. 
  • De farao was de zoon van de goden, daarom werd hij vereerd als een god.
  • Ministers, ambtenaren en soldaten hielpen de farao het staat besturen. 

Slide 22 - Tekstslide

Het bestuur van Egypte
  • De vizier organiseerde de belasting: boeren moesten een deel van hun oogst afstaan.
  • Ambtenaren controleerden de oogst en haalden de belastingen op.
  • De vizier zorgde er daarna voor dat alles in pakhuizen werd bewaard.
  • Geld bestond niet = landbouwproducten.
  • Overgebleven graan werd verhandeld in het buitenland voor producten die weinig voorkwamen in Egypte, zoals hout.

Slide 23 - Tekstslide

Hiërogliefenschrift
  • Duizenden tekeningetjes en tekens die moeilijk te leren zijn. 
  • De farao had schrijvers in dienst.
  • Schrijfers gebruikten papyrus.

Slide 24 - Tekstslide

Staatsinrichting
  • Nederland is een monarchie.
  • De koning is staadshoofd. Hij heeft weinig macht.
  • Het parlement (Tweede en Eerste kamer) maakt de wetten. 
  • Een land zonder koning of keizer is een republiek. De president is het staatshoofd. 
  • Hoeveel macht een koning of een president heeft, is vastgelegd in de grondwet.

Slide 25 - Tekstslide

Opdrachten maken en bespreken
Werkboek blz. 30 opdrachten 4, 6, 8 en 13. 
Max. 15 minuten, daarna bespreken
Zelfstandig, zachtjes overleggen is toegestaan. 

Eerder klaar? Beantwoord de leerdoelen in je schrift. 
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen beantwoorden
3. Waarom ontstonden de eerste schriftsoorten in Mesopotamië en Egypte?
4. Hoe ontstond de staat in Egypte?
5. Welke taken had de farao?
timer
3:00

Slide 27 - Tekstslide