Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
V3 herhaling Taalverzorging 4, 5 en 6
Welkom V3T!
Herhaling Taalverzorging 4, 5 en 6
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom V3T!
Herhaling Taalverzorging 4, 5 en 6
Slide 1 - Tekstslide
Programma
10 minuten lezen
Herhaling Taalverzorging 4, 5 en 6
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Tekstslide
10 minuten lezen
Slide 3 - Tekstslide
Met welk soort metafoor heb je hier te maken?
Na de wedstrijd moest de scheidsrechter de kemphanen uit elkaar trekken.
A
vergelijking met verbindingswoord
B
zuivere metafoor
C
personificatie
D
synesthesie
Slide 4 - Quizvraag
Met welk soort metafoor heb je hier te maken?
De jongen zag zo wit als een doek.
A
vergelijking met verbindingswoord
B
zuivere metafoor
C
personificatie
D
homerische vergelijking
Slide 5 - Quizvraag
Met welk soort metafoor heb je hier te maken?
De kleine huisjes hurkten in het landschap.
A
vergelijking met verbindingswoord
B
zuivere metafoor
C
personificatie
D
synesthesie
Slide 6 - Quizvraag
Met welk soort metafoor heb je hier te maken?
Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
A
vergelijking met verbindingswoord
B
zuivere metafoor
C
personificatie
D
homerische vergelijking
Slide 7 - Quizvraag
Met welk soort metafoor heb je hier te maken?
Zij sprak met een warme stem het kind toe.
A
vergelijking met verbindingswoord
B
zuivere metafoor
C
personificatie
D
synesthesie
Slide 8 - Quizvraag
Met welk soort metafoor heb je hier te maken?
Wolken en zon spelen haasje over.
A
vergelijking met verbindingswoord
B
zuivere metafoor
C
personificatie
D
synesthesie
Slide 9 - Quizvraag
Met welk soort metafoor heb je hier te maken?
Esmeralda is een draak van een vrouw.
A
vergelijking met verbindingswoord
B
zuivere metafoor
C
personificatie
D
homerische vergelijking
Slide 10 - Quizvraag
Met welk soort metonymia heb je hier te maken?
Het leger is niet geschikt voor het zwakke geslacht.
A
pars pro toto
B
totum pro parte
C
abstractum pro concreto
D
concreto pro abstractum
Slide 11 - Quizvraag
Met welk soort metonymia heb je hier te maken?
Iedereen riep om meer blauw op straat.
A
pars pro toto
B
totum pro parte
C
abstractum pro concreto
D
concreto pro abstractum
Slide 12 - Quizvraag
Met welk soort metonymia heb je hier te maken?
Het hele land hield zijn adem in terwijl de scheidsrechters overlegden.
A
pars pro toto
B
totum pro parte
C
abstractum pro concreto
D
concreto pro abstractum
Slide 13 - Quizvraag
Met welk soort metonymia heb je hier te maken?
Mijn Parker schrijft niet lekker meer.
A
eponiem
B
voorwerp ipv inhoud
C
stof ipv voorwerp
D
enkelvoud ipv meervoud
Slide 14 - Quizvraag
Met welk soort metonymia heb je hier te maken?
Marianne Timmer won in 1998 en in 2006 goud.
A
eponiem
B
voorwerp ipv inhoud
C
stof ipv voorwerp
D
enkelvoud ipv meervoud
Slide 15 - Quizvraag
Met welk soort metonymia heb je hier te maken?
Het hout in dit orkest speelt beter dan het koper.
A
eponiem
B
voorwerp ipv inhoud
C
stof ipv voorwerp
D
enkelvoud ipv meervoud
Slide 16 - Quizvraag
Waar of niet waar?
De formulering van een spreekwoord heeft een vaste vorm en je mag de zin dan ook niet veranderen.
A
niet waar
B
waar
Slide 17 - Quizvraag
Waar zijn veel Nederlandse speekwoorden aan ontleend?
Slide 18 - Open vraag
Welke vormen van spelen met letters zijn er?
Slide 19 - Open vraag
Wat is een neologisme?
Slide 20 - Open vraag
Welke vier vormen van woordspeling zijn er?
Slide 21 - Open vraag
Met welke vorm van spelen met taal heb je hier te maken?
conculega
A
palindroom
B
verhaspeling
C
neologisme
D
portmanteau
Slide 22 - Quizvraag
Met welke vorm van spelen met taal heb je hier te maken?
Kook ik ook?
A
palindroom
B
verhaspeling
C
neologisme
D
portmanteau
Slide 23 - Quizvraag
Met welke vorm van spelen met taal heb je hier te maken?
Hans is mijn naam
Altijd ben ik druk
Nooit heb ik rust
Slaap ik wel genoeg?
A
ambigram
B
acrostichon
C
palindroom
D
portmanteau
Slide 24 - Quizvraag
Met welke vorm van spelen met taal heb je hier te maken?
massagebed
A
homoniem
B
homograaf
C
palindroom
D
portmanteau
Slide 25 - Quizvraag
Met welke vorm van spelen met taal heb je hier te maken?
nou
A
ambigram
B
acrostichon
C
palindroom
D
portmanteau
Slide 26 - Quizvraag
Met welke vorm van spelen met taal heb je hier te maken?
meetsysteem
A
ambigram
B
acrostichon
C
palindroom
D
portmanteau
Slide 27 - Quizvraag
Met welke vorm van spelen met taal heb je hier te maken?
Brexit
A
neologisme
B
homograaf
C
palindroom
D
portmanteau
Slide 28 - Quizvraag
Met welke vorm van spelen met taal heb je hier te maken?
kartongeluk
A
neologisme
B
homograaf
C
palindroom
D
portmanteau
Slide 29 - Quizvraag
Met welke vorm van spelen met taal heb je hier te maken?
De psychiater wil niet gestoord worden.
A
homoniem
B
homograaf
C
palindroom
D
portmanteau
Slide 30 - Quizvraag
Met welke vorm van spelen met taal heb je hier te maken?
Iedereen heeft recht op mijn mening.
A
homograaf
B
verhaspeling
C
letterlijk-figuurlijk
D
homoniem
Slide 31 - Quizvraag
Met welke vorm van spelen met taal heb je hier te maken?
brunch
A
palindroom
B
verhaspeling
C
portmanteau
D
neologisme
Slide 32 - Quizvraag
Hoe goed beheers je de stof van Taalverzorging 4, 5 en 6?
Ik snap alles en ken alles.
Ik snap het, maar moet nog wel een beetje leren.
Ik snap het, maar moet nog flink veel leren.
Ik snap het niet.
Slide 33 - Poll
Zijn er nog vragen over de toets?
Slide 34 - Tekstslide
Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 23 februari
Repetitie taalverzorging 4, 5 en 6
Leren
: p. 46-47, 50-51 (let op: zegswijze en gezegde NIET) en p. 54-55 (let op: lipogram en pangram NIET) + LessonUps (zie Teams)
Bestuderen
: gemaakte opdrachten en LessonUps
Meenemen
: pen en leesboek
Slide 35 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
V3 herhaling Taalverzorging 4
Februari 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V3 herhaling Taalverzorging 5 en 6
Maart 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
KWC V3 fictie 3/4 en toets taalverzorging bespreken (19-3-2024)
Maart 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Taalverzorging Hst 4 - Beeldspraak metaforen en metonymia
Juni 2024
- Les met
48 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V3 Taalverzorging 4 beeldspraak deel 1 metonymia
September 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
KWC V3 fictie 4 (27-2-2024)
Februari 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3 Taalverzorging H20 en H21 Beeldspraak
Februari 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Beeldspraak en Spelen met taal
Maart 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3