Grammar Unit 34 &35

• interrogative
• MBO
• Studiejaar 1

Today's program :

Short recap ; aanwijzende voornaamwoorden!

Lesson goal: You know how to use interrogative pronouns (vragende voornaamwoorden)

Unit 35: vragende voornaamwoorden

Information Technology: Unit 2 Linux

reading & listening

This

That

These

Those

Please take

your grammar book in

front of you

What do you know about interrogative pronouns?

Who-Whose- Whom??

Personen= who

Van wie bezit= whose

Na voorzetsel = whom

Je kunt ook beginnen met "who", dan voorzetsel achteraan

Whose laptop is this?

With whom did you go to school?

Who travelled with you to school?

Welk vragend voornaamwoord gebruik je als de zin begint met: Van wie is dit boek?

1. Whose
2. From
3. Who
4. Whom

Als je naar dingen in het algemeen vraagt gebruik je .....(.....do you read?)

1. Which
2. How
3. Why
4. What

Which & What

• What= dingen in het algemeen
• Which= keuze bij personen of dingen, vaak staat er van bij

• Wie van jullie weet het antwoord?Which of you knows the answer?

why

who

how

where

What

____ colour do you like better: green or blue?

1. which
2. what
3. how
4. where

Waar: where or what????

• Vraag je naar een plaats= where
• Vraag je niet naar een plaats= what
  
  

-Where is your homework?

-What were you talking about

When to use it?

www.ecenglish.com

What's the correct answer: .............do you prefer? Black or white?

1. Where
2. What
3. Whose
4. Which

What did you learn about interrogative pronouns?