In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De sneeuwpop van Dione?!
Slide 1 - Tekstslide
De sneeuwpop van Dione
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Woordenschat en Grammatica spelling
voorvoegsels en achtervoegsels
lastige werkwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Het programmaatje
Over het huiswerk
Afronden onderdeel Woordenschat
Uitleg lastige werkwoorden (quiz) +herhalen vd
Laatste vraag om te kijken wie de quiz wint
Opdrachten maken
Afronden
Slide 4 - Tekstslide
Over het huiswerk
Slide 5 - Tekstslide
Afronden onderdeel Woordenschat
Opdrachtje numero 5
blz. 105
Het voorvoegsel is één lettergreep.
Let's go.
Slide 6 - Tekstslide
herindelen
timer
0:30
A
he-rindelen
B
her-indelen
C
herin-delen
D
heri-ndelen
Slide 7 - Quizvraag
besturen
timer
0:30
A
bes-turen
B
be-sturen
C
best-uren
Slide 8 - Quizvraag
wanorde
timer
0:30
A
wan-orde
B
wa-norde
C
wano-rde
D
Hoi Noor
Slide 9 - Quizvraag
Woordenschat afronden
Je kent nu de betekenis van veel voorkomende voor- en achtervoegsels.
Je kan de betekenis van woorden vinden met behulp van voor- en achtervoegsels.
Slide 10 - Tekstslide
Taalverzorging spelling
Over lastige werkwoorden
Slide 11 - Tekstslide
le voltooid deelwoord
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het voltooid deelwoord van 'maken'
timer
0:30
Slide 13 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord van 'blijven'
timer
0:30
Slide 14 - Open vraag
Gemaakt, gebleven
-d/-t
-en
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Waar eindigt het voltooid deelwoord van het werkwoord 'stelen' op?
timer
0:30
A
-en
B
-d
C
-t
Slide 17 - Quizvraag
Waar eindigt het voltooid deelwoord van het werkwoord 'schrobben' op?
timer
0:30
A
-en
B
-d
C
-t
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Waar eindigt het voltooid deelwoord van het werkwoord 'vergroten' op?
timer
0:30
A
-en
B
-d
C
-t
Slide 20 - Quizvraag
Een -d of een -t?
De wereld is verander... door het internet.
timer
0:20
A
-t
B
-d
Slide 21 - Quizvraag
is 'veranderd' pv of vd?
De wereld is veranderd door het internet.
timer
0:20
A
pv
B
vd
Slide 22 - Quizvraag
van persoonsvorm naar voltooid deelwoord
In zijn dromen gaat meneer Van den Bos naar de kapper.
In zijn dromen is meneer Van den Bos naar de kapper gegaan.
Ik bouw een huis.
Ik heb een huis gebouwd.
Slide 23 - Tekstslide
Ik heb een huis gebouwd.
Slide 24 - Tekstslide
Hoezo lastig dan?!
Werkwoorden kun je in drie werkwoordsvormen opschrijven
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide tijd.
Ik lach
ik lachte
ik heb gelachen.... OK?
Slide 25 - Tekstslide
Hoe schrijf je de tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord van bespieden? Hij ... Hij heeft ...
timer
0:30
A
Hij bespiet
Hij heeft bespiet.
B
Hij bespied
Hij heeft bespied
C
Hij bespiedt
Hij heeft bespied.
D
Hij bespiedt
Hij heeft bespiet.
Slide 26 - Quizvraag
Hoezo lastig dan?!
Sommige werkwoorden klinken in de tegenwoordige tijd en voltooide tijd hetzelfde, maar schrijf je anders.
Tim verstuurt een berichtje.
Tim heeft een berichtje verstuurd.
Slide 27 - Tekstslide
Hoezo lastig dan?!
Sommige werkwoorden klinken in de tegenwoordige tijd en voltooide tijd hetzelfde en schrijf je ook nog eens hetzelfde.
Meneer Van den Bos gebruikt een hamer.
Meneer Van den Bos heeft een hamer gebruikt.
Slide 28 - Tekstslide
Meneer Van den Bos heeft een hamer gebruikt.
Slide 29 - Tekstslide
Hoe schrijf je de tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord van herstarten? Hij ... Hij heeft ...
timer
0:30
A
Hij herstart
Hij heeft herstart
B
Hij herstart
Hij heeft herstard
C
Hij herstardt
Hij heeft herstart
D
Hij herstardt
Hij heeft herstard
Slide 30 - Quizvraag
Lastige werkwoordsvormen
werkwoorden die in de tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord op elkaar lijken, zijn woorden die vaak beginnen met be-, ge-, ver-, ont-, her- of over-
huh maar zijn dat niet...
Slide 31 - Tekstslide
Samengevat
Sommige werkwoorden lijken in de tt en het vd op elkaar.
Bepaal welke vorm het is en kies de juiste uitgang.
tt alleen -t toevoegen
vd -d of -t door verlengproef of ezelsbrug
Slide 32 - Tekstslide
Laatste quizvraag om te zien wie wint!!!
Slide 33 - Tekstslide
beantwoor... jij deze quizvraag goed?
timer
0:30
A
t
B
dt
C
d
D
Hallooo
Slide 34 - Quizvraag
Aan de slag
Maak Van H4 Taalverzorging lastige werkwoordsvormen opdracht 1, 2, 3, 4 via NN-online.