In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Argumenteren les 3
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het eind van deze les kunnen de studenten online op zoek gaan naar relevante bronnen en kunnen zij hun mening met objectieve argumenten onderbouwen
Slide 2 - Tekstslide
Wat leer je?
Het verschil tussen feiten, meningen en argumenten
Objectieve argumenten
Slide 3 - Tekstslide
Feiten, meningen en argumenten
Slide 4 - Tekstslide
Theorie
Feit: kun je controleren (bronnen, waarneming)
Mening: is iets wat iemand vindt
Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt
Slide 5 - Tekstslide
Staat hier een feit, mening of argument? Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor de gezondheid
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een argument?
A
een argument is bewijsbaar
B
een argument is een reden waarom jij iets vindt
Slide 7 - Quizvraag
In de alinea zegt Lampert: 'Dat is toch belachelijk voor onze samenleving'
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 8 - Quizvraag
Wat zijn feiten precies
Feiten zijn beweringen die je kunt controleren. Je zou kunnen opzoeken of navragen of ze echt waar zijn.
Een tekst waarin vooral feiten staan, noem je een objectieve tekst. Nieuwsberichten in de krant, onderzoeksrapporten en teksten in leerboeken zijn vaak genoeg objectief.
Steeds vaker wordt via social media nieuws verspreid dat bij controle soms niet blijkt te kloppen. We spreken dan van fake news. Belangrijk om je hiervan bewust te zijn.