Deviant 1 F Periode 4 les 1B

Deviant 1F periode 4 les 29
Lesdoel
'Er' gebruiken deel 1
Lesinhoud
Uitleg gebruik 'er' 
     kwantitatief, locatief, prepositioneel
Oefenen met de kopieën 
Stellingen verdedigen
Zelfstandig werken

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Deviant 1F periode 4 les 29
Lesdoel
'Er' gebruiken deel 1
Lesinhoud
Uitleg gebruik 'er' 
     kwantitatief, locatief, prepositioneel
Oefenen met de kopieën 
Stellingen verdedigen
Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Veel mensen hebben er één , maar er zijn er die er geen één hebben. 

Er zijn er ook met 3 wielen.

Sommigen mensen kunnen er niet op rijden.
Er worden er veel gestolen.

Rara wat is dat?




Slide 2 - Tekstslide

Kwantitatief
( 'er' in combinatie met een telwoord of hoeveelheid).
Hoeveel broers heb jij? 
Ik heb twee broers. 
Hoeveel broers heb jij?
Ik heb er twee.
Heb jij veel juwelen?
Ik heb niet veel juwelen.
Heb jij veel juwelen?
Ik heb er niet veel.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Locatief
( 'er' als aanduideing van plaats)
Woont hij in Nederland?
Ja hij woont in Nederland
Woont hij in Nederland?
Ja, hij woont er.
Loop je in de straat?
Ja, ik loop in de straat.
Loop je in de straat? 
Ja, ik loop er.

Slide 5 - Tekstslide

prepositioneel
('er' in combinatie met een voorzetsel)
Kijk jij naar het journaal?
Ja, ik kijk elke dag naar het journaal
Kijk jij naar het journaal?
Ja, ik kijk er elke dag naar.
Heb je zin in vakantie?
Ja, ik heb zin in vakantie.
Heb je zin in vakantie?
Ja, Ik heb er zin in.







erlang jij naar de vakantie?
Ja, ik verlang naar de vakantie
Verlang jij naar de vakantie?
Ja, Ik verlang ernaar

Slide 6 - Tekstslide

Examens nog niet klaar?

Bereid je voor op je spreekexamen met PowerPoint.
Vraag hulp aan een klas genoot.


De anderen beginnen met de volgende opdracht om te oefenen met 'er'. 

Slide 7 - Tekstslide

Oefen in duo/trio

Kopie ‘Er’
Blz 16, 18, 36, 40,43

Oefening
Kies een kopie. Oefen om de beurt met vraag en antwoord.
Leg het afdekblaadje op het antwoord en antwoord met het woordje 'er'.







Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Opdracht
Bedenk samen in duo of trio een verhaal, of geef je mening over een onderwerp.
Probeer zo vaak mogelijk keer het woordje 'er' te gebruiken.
Mogelijke onderwerpen:
Eisen niveau 3           
BBL studenten geen OV kaart
Werktijden verpleegkundigen
Bij 80% afwezigheid geen diploma
Eigen onderwerp



Slide 12 - Tekstslide

Tijd over?
Werk volgens planning aan Husselaar. Werk er serieus aan.
Maak volgens planning je opdracht op 
Via Starttaal online

Nog vragen?

Tot volgende keer.

Slide 13 - Tekstslide