9.4.2 Ziek

Je kunt bezig gaan met de opdrachten van 9.4
Of je maakt een samenvatting / mindmap van de paragraaf



9.4.2 Ziek
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je kunt bezig gaan met de opdrachten van 9.4
Of je maakt een samenvatting / mindmap van de paragraaf



9.4.2 Ziek

Slide 1 - Tekstslide

Antistof
Antistofcel
Lichaamsvreemde cel

Slide 2 - Sleepvraag

Incubatie
symptomen
diagnose
prognose

Slide 3 - Sleepvraag

Doelen van deze les
Je leert:
waarvoor je koorts krijgt
wat er gebeurt als je wordt ingeënt
wanneer je de afweer uitschakelt

Slide 4 - Tekstslide

Waarom krijg je koorts?
  • Sneller afvoeren van afvalstoffen van de ziekteverwekkers . 
  •  Sneller aanmaken van antistoffen.

Te hoge koorts is gevaarlijk voor je lichaam. Als de temperatuur hoger dan 42 ºC wordt, gaan je enzymen door de hitte kapot.

Slide 5 - Tekstslide

Koorts

Slide 6 - Tekstslide

Hulp bij afweer
Immuun worden:
- Besmetting (actieve immuniteit)
- Vaccinatie met antigen (actieve immuniteit)
- Injectie met antistoffen (passieve immuniteit)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Orgaantransplantatie
Afweer wordt 'uitgeschakeld'

Afstotingsreactie

de eiwitten worden niet herkend 
dus antistoffen worden gemaakt

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heten de specifieke eiwitten aan de buitenkant van een cel?

Slide 11 - Open vraag

Hoe heten de stoffen die de witte bloedcel maakt, waardoor de ziekteverwekkers uiteindelijk uitgeschakeld worden?

Slide 12 - Open vraag

Je bent op safari en wordt gebeten door een giftige slang. Gelukkig heeft de gids een serum bij zich die hij direct in je arm spuit. Hierdoor overleef je het.
Wat voor soort immunisatie is dit?
A
actief, natuurlijk
B
actief, kunstmatig
C
passief, natuurlijk
D
passief, kunstmatig

Slide 13 - Quizvraag

Antistofcel
Deze opdracht doe je in tweetallen.

In de vorige slide zag je een kort stripverhaal over de werking van een virus. Jullie gaan hetzelfde doen, maar dan over de werking van een antistofcel
Maak een strip van tussen de 5 en 10 plaatjes. Maak gebruik van TB blz. 87 en 88 en van het internet.
Je krijgt 30 min voor deze opdracht.

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk


Van 9.4 maken opdr:
3, 4, 5, 11, 12, 13, 14, 18, 19, 20


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Elk jaar worden in Nederland organen getransplanteerd.

Wanneer heeft zo’n operatie de meeste kans op succes?
A
Als de antigenen van de donor overeenkomen met de antigenen van de ontvanger.
B
Als de antigenen van de donor overeenkomen met de antistoffen van de ontvanger.
C
Als de antistoffen van de donor overeenkomen met de antigenen van de ontvanger.
D
Als de antistoffen van de donor overeenkomen met de antistoffen van de ontvanger.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat zou jij invullen wanneer je 18 bent op de vraag: Wil je donor worden?
A
Ja, ik wil donor worden
B
Nee, ik wil geen donor worden
C
Familie beslist
D
Iemand anders beslist

Slide 22 - Quizvraag

Aan het werk
Van 9.4 maken opdr:
22 t/m25
3, 4, 5, 11, 12, 13, 14, 18, 19, 20
Klaar? Ga dan verder met de striptekening.

Slide 23 - Tekstslide